De lopende rekening van de betalingsbalans liet in het eerste kwartaal van 2010 een hoger saldo zien ten opzichte van de kwartalen in 2009. Er resulteerde een overschot van EUR 12,2 miljard, ruim EUR 5 miljard hoger dan het kwartaalgemiddelde in 2009. Dit blijkt uit cijfers die de Nederlandsche Bank vandaag op haar website heeft gepubliceerd.

Ten dele reflecteert dit de effecten van het voorzichtige economische herstel. De uitvoer van goederen zette het tegen het einde van 2009 ingezette herstel voort. Het uitvoervolume lag 14 procent hoger dan een jaar eerder; de volumegroei van de invoer van goederen (7 procent) viel lager uit. Overigens blijven de in- en uitvoervolumes nog altijd achter bij het niveau van twee jaar geleden. Als gevolg van hogere energieprijzen en – aan de invoerkant – hogere prijzen voor basismetaalproducten stegen de in- en uitvoerprijzen voor het eerst sinds het uitbreken van de economische crisis. Zij vielen respectievelijk 5 procent en 2½ procent hoger uit dan een jaar eerder. Per saldo resulteerde een overschot op de goederenrekening van EUR 10,8 miljard, bijna EUR 2 miljard hoger dan een jaar eerder.

Ook het grensoverschrijdende dienstenverkeer trok in het eerste kwartaal verder aan, met stijgingen van ruim 4 procent ten opzichte van een jaar eerder. Zowel aan de uitvoerkant als de invoerkant nam de omvang van het reisverkeer, de zakelijke diensten en de communicatiediensten sterk toe. Bij de vervoersdiensten traden daarentegen verdere dalingen op (vooral bij de zeevaart). Per saldo resulteerde een overschot op de dienstenrekening dat met EUR 2,4 miljard iets hoger was dan een jaar eerder.

De inkomensrekening liet eveneens een overschot zien (EUR 1,4 miljard), nadat in de afgelopen twee jaar steeds sprake was geweest van tekorten. De winsten van Nederlandse multinationals op hun directe investeringen in het buitenland zijn in het eerste kwartaal van 2010 verbeterd, terwijl Nederlandse deelnemingen met buitenlandse aandeelhouders vooralsnog niet lijken te hebben geprofiteerd van het economische herstel.

Op de financiële rekening lieten de directe investeringen een omvangrijke kapitaaluitstroom (EUR 24,5 miljard) zien. Er hebben geen grote fusies en overnames plaatsgevonden; de uitstroom hing vooral samen met de afwikkeling van leningtransacties tussen Nederlandse bedrijven en hun buitenlandse aandeelhouders. Daarnaast maakte RFS Holdings BV, die de aandelen van ABN Amro in bezit heeft, een bedrag van EUR 7,5 miljard over aan zijn aandeelhouder Banco Santander. Dit betrof een uitgestelde betaling van de opbrengst uit de verkoop van aan Santander toegekende delen van ABN Amro. In het effectenverkeer trad eveneens per saldo een kapitaaluitstroom op (EUR 2,8 miljard).

Dit kwam doordat Nederlandse ingezetenen, vooral banken, op grote schaal buitenlands schuldpapier (EUR 6,2 miljard) en in iets mindere mate buitenlandse aandelen (EUR 3,7 miljard) kochten. Een compenserende kapitaal(in)stroom trad op door buitenlandse aankopen van Nederlandse effecten (EUR 7,1 miljard). Hier speelden emissies van schuldpapier door Nederlandse banken de hoofdrol. Daarentegen daalde het bezit van overheidspapier in buitenlandse handen. Dit kwam vooral doordat de Nederlandse overheid afloste op schatkistpapier.

 

Bron: creditexpo.nl