Door de leningen van alle Nederlanders in kaart te brengen, levert Stichting BKR een belangrijke bijdrage aan een financieel gezond Nederland. Maar hoe robuust is het Nederlandse kredietstelsel, in de wetenschap dat mensen en bedrijven onder invloed van de coronapandemie geneigd dan wel gedwongen zijn om zich dieper in de schulden te steken? Hoogleraar Clemens Kool is niet onverdeeld enthousiast.

Voor hij drie jaar geleden professor of International Monetary and Macroeconomics aan Maastricht University School of Business and Economics werd, bekleedde Kool aan de Universiteit Utrecht de deeltijdleerstoel Monetaire en Financiële Economie. Daarnaast was hij onderdirecteur van het Centraal Plan Bureau (CPB) én is hij lid van het Sustainable Finance Lab (SFL), een denktank die op de grens van de academische wereld en de praktijk streeft naar ‘een stabiele en robuuste financiële sector die bijdraagt aan een economie die de mens dient zonder daarbij zijn leefmilieu uit te putten.’

Wat is uw definitie van een robuust kredietstelsel, als onderdeel van de stabiele en robuuste financiële sector en economie die het SFL voor ogen heeft?

Kool: “Laat ik voorop stellen dat krediet nodig is om een economie soepel te laten draaien. Consumenten kunnen er een tijdelijke inkomensdaling mee opvangen of een woning mee kopen. En krediet stelt bedrijven in staat om te groeien en te innoveren.”

“Onder een robuust kredietstelsel versta ik een toegankelijk en transparant stelsel dat overkreditering onmogelijk of toch in ieder geval heel moeilijk maakt, zodat consumenten en bedrijven niet te zwaar in de schulden komen te zitten. En als dat toch is gebeurd, waarborgt een robuust kredietstelsel ook dat het zo efficiënt mogelijk wordt opgelost. Oftewel: dat een schuld niet decennia- of zelfs levenslang als een molensteen om iemands nek blijft hangen.”

Wat is het meest opvallend aan het kredietstelsel in Nederland?

“Dat er vergeleken met de meeste andere ontwikkelde landen sprake is van een enorme schuldenberg, zowel bij consumenten als bij bedrijven, geeft aan dat het de afgelopen decennia te makkelijk was om geld te lenen. In de wetenschap dat Nederlanders relatief veel geld opzij moeten leggen voor hun pensioen, werd met fiscale voordelen zelfs gestimuleerd om bijvoorbeeld geld te lenen voor een huis. In de meeste andere landen moet je daarvoor een aanzienlijk deel zelf financieren. Wat ook kan omdat er minder pensioen wordt opgebouwd. Hier is dat nog steeds niet het geval.”

“Fiscale voordelen als de hypotheekrenteaftrek worden sinds de kredietcrisis langzaam afgebouwd, maar de effecten van die afbouw worden in zekere zin teniet gedaan door de extreem lage rente. Onder invloed van corona zal de schuldenberg alleen maar toenemen. Dat bedrijven van de overheid uitstel van belastingbetaling krijgen, is in feite ook een vorm van krediet.”

Baart de huidige situatie u zorgen?

“In zoverre dat veel mensen niet in staat zijn om een schok op te vangen, zoals een scheiding of werkloosheid. In veel gevallen is er dan meteen sprake van problematische schulden. Waarbij Nederland wel als voordeel heeft dat het een klein, dichtbevolkt land is. Je hoeft niet meteen je huis te verkopen als je bent ontslagen, maar kunt op rijafstand op zoek naar een nieuwe baan.”

Hoe kan het Nederlandse kredietstelsel robuuster worden gemaakt?

“Dat is lastig, want we hebben te maken met een erfenis uit het verleden. Iedere systeemverandering zou enorm veel geld kosten. Wie gaat dat betalen? Wat mij betreft moeten we wel eens gaan nadenken over de manier waarop we in Nederland omgaan met zware schuldenproblematiek en faillissementen.”

“Bijna alle risico’s liggen momenteel bij de kredietnemer. Ik ken landen waar sprake is van meer evenwicht, waarbij een groter deel van de risico’s bij de kredietgever ligt. Dat maakt hem voorzichtiger bij het verstrekken van kredieten en stimuleert hem, blijkt in de praktijk, om het sneller en efficiënter af te handelen als de schulden iemand toch boven het hoofd zijn gegroeid. Nee, zoiets kun je niet aan de markt overlaten. Daar zou een aanpassing van de faillissementswet voor nodig zijn.”

Tot slot, iets heel anders. Als macro-econoom met Europa als focusgebied stond uw koren de afgelopen weken te bloeien.

“Absoluut, het zijn bijzonder interessante tijden. Ik denk dat Nederland uiteindelijk niet mag mopperen over de uitkomsten van de onderhandelingen over het Europese Herstelfonds en de meerjarenbegroting voor 2021-2027.”

“Wat enigszins onderbelicht is gebleven in de berichtgeving over de verhitte discussies over giften en leningen is het mandaat dat de Europese Commissie heeft gekregen om 750 miljard euro te lenen op de internationale kapitaalmarkten. Dat is nooit eerder gebeurd. Als je het over Europese integratie hebt, is dat een reuzenstap en heel goed nieuws voor de landen die het meest gebaat zijn bij een interne Europese markt. Zoals Nederland.”

Bron: BKR