De bezuinigingen in het primair en voortgezet onderwijs in de afgelopen jaren leidden in 2011 tot banenverlies in de sector. Na de negatieve resultaten over 2010 hebben met name scholen in het primair onderwijs fors ingegrepen in hun formatie.

Desondanks leidt, net als vorig jaar, ruim de helft van de scholen verlies. Dit blijkt uit de benchmark onderwijs van Deloitte waarin de jaarrekeningen van onderwijsinstellingen in het primair en voortgezet werden onderzocht.

De bezuinigingen in het onderwijs hebben in tegenstelling tot 2010 wel tot ingrepen in de personeelsbezetting geleid. Vooral in het primair onderwijs heeft een forse reductie van personeel plaatsgevonden. Deze reductie gaat met bijna 5% daling (6.000 banen) in de formatie veel harder dan de daling van het aantal leerlingen (ongeveer 1%). Hierdoor is in een jaar tijd de verhouding tussen het aantal leraren en leerlingen gestegen van 12 naar bijna 12,5. De groepen worden dus groter.

Sjirk Huizinga, onderwijspartner bij Deloitte: “Vorig jaar merkten we dat scholen moeite hadden de formatie aan te passen aan de omstandigheden door de beperkingen in de cao. Nu we verder in de tijd zijn grijpen scholen in om de bezuinigingen, en waar nodig ook de krimp, op te vangen en meer flexibiliteit te creëren. Er is dus een inhaalslag aan de gang om de exploitatie weer op orde te krijgen.”

In het voortgezet onderwijs zijn de problemen minder groot. Resultaten herstellen zich daar sneller dan in het primair onderwijs, ook omdat de leerlingenaantallen daar stabiel zijn of licht stijgen. Scholen bezuinigen niet alleen op personeel, maar ook op de materiële kosten inclusief huisvesting. Hiermee treedt, na jaren van stijging, een trendbreuk op.

Het aantal scholen in primair en voortgezet onderwijs dat verlies lijdt is met ruim 55% ongeveer gelijk aan vorig jaar. De omvang van de verliezen neemt wel af. De rentabiliteit in zijn geheel verbetert van -1,3% tot -0,3%, waarbij het voortgezet onderwijs beter scoort en de verliezen daar bijna zijn weggewerkt. Ondanks de verbetering in resultaten is de vermogenspositie van scholen verslechterd. De verliezen over 2011 tasten de bufferfunctie verder aan. Het buffervermogen van scholen gaat al vanaf 2007 jaarlijks achteruit.

Het aantal scholen dat door een slechte solvabiliteit of liquiditeit (34%) financieel in de gevarenzone zit, wijkt overigens nauwelijks af van vorig jaar en ook het aantal scholen met een hoog eigen vermogen blijft stabiel, ruim de helft.

Over de benchmark onderwijs.

De benchmark onderwijs bevat de financiële resultaten over 2011 van scholen in het primair en voortgezet onderwijs in heel Nederland. De jaarrekeningen van ruim 300 schoolbesturen werden onderzocht.

Bron: Deloitte.com