Vijf vragen naar aanleiding van het nieuwste boek van Riens Meijer.

Wat is de belangrijkste oorzaak dat Nederland maar niet versterkt uit de crisis komt?

De banken zijn door hebzucht en eigen domheid in zwaar weer geraakt. De overheid meende terecht dat het onjuist was de banken failliet te laten gaan en redde ze door er veel ( belasting) geld in te steken. Om te voorkomen dat het opnieuw fout zou gaan, heeft de Nederlandse Bank/overheid  de banken op gedragen een groter eigen vermogen op te bouwen.  Tegelijkertijd  werd de banken opgedragen de krediet verlening aan vooral kleinere bedrijven weer op gang te brengen. Banken zijn cruciaal voor het scheppen en exploiteren van krediet. 

Het is onbegrijpelijk dat men niet inzag dat die twee opdrachten ( eigen vermogen versterken en krediet verlenen) elkaar in de weg zitten. Met als gevolg dat de kredietverlening aan kleine en middengrote bedrijven (die de ruggengraat van onze economie vormen) zodanig ernstig  is gestagneerd dat de economie in Nederland tot stilstand is gekomen. Dit is catastrofaal geweest omdat als een economie die eenmaal tot stilstand is gekomen  moeilijk weer op gang is te brengen. In het tijdperk na 2008 bleek bovendien dat mensen op emotioneel niveau niet aan te zetten  zijn tot blinde consumptie/bestedingen, simpelweg omdat het “systeem”dat van hen verwacht. Als in een dergelijke extreme situatie de  overheid ook nog eens de belastingen verhoogt en grote bezuinigingen eist dan is  het een illusie  te veronderstellen dat Nederland snel en verstrekt uit de huidige crisis komt.

Welke structurele oplossing moet er komen om stagnatie in kredietverlening  te voorkomen?

Parallel met ons huidige monetaire systeem moet een kredietverleningsysteem à la het Zwitserse WIR  ingevoerd worden. De WIR ( Wirtschaftsring –Genossenschaft; later WIR- Bank) zorgt er in Zwitserland voor dat kleine en middengrote bedrijven blijven handelen tijdens een economische crisis doordat bedrijven onderling handel blijven drijven en elkaar betalen in WIR, Zwitserse Frank of een combinatie van beide. Sinds 1936 heeft de WIR Bank de status van bank, wat het mogelijk maakt om de geldhoeveelheid te beïnvloeden (één WIR komt in waarde overeen met één Zwitserse Frank). De handel in WIR – eenheden neemt toe in economische slechte tijden en neemt af als de welvaart weer groeit. Hiermee vormt het WIR – systeem een buffer, een soort economisch vliegwiel dat de opmerkelijke stabiliteit van Zwitserland helpt te verklaren.

Waarom is de bureaucratie voor Nederlanders volksvijand  nummer één?

De Nederlandse samenleving wordt door de dominantie van bureaucraten gezien als iets dat je vanaf een tekentafel naar believen tot in de kleinste details kunt ontwerpen. Of planmatig in overeenstemming kan brengen met de ideale maatschappij. De centralisatie van bevoegdheden bij de overheden heeft geleid tot toenemende onvrijheid, en tot afhankelijkheid van ambtelijke regels die voor ons inmiddels onhoudbare vormen hebben aangenomen. Aan de doorwoekerde bureaucratie en regelzucht zal onze samenleving steeds meer en duidelijker gaan lijden met alle negatieve gevolgen van dien.

Politici beloven van Nederland het meest innovatieve land te maken, de koopkracht te bevorderen, het onderwijs opstuwen, de gezondheidszorg voor ieder Nederlander beter, goedkoper en toegankelijkere te maken, de wegen te ontdoen van files, de straten van criminaliteit, de wijken van verloedering, met zo min mogelijk”bezuinigingen”, onze belangenvertegenwoordiger in de Europese Unie, oorlogen voeren in verre landen om de internationale rechtsorde te handhaven, de emancipatie bevorderen en discriminatie tegengaan, zorgen voor veilig voedsel en schoon drinkwater, ons klimaat regelen, de honger de wereld uit helpen, sportvelden en speelvelden aanleggen voor onze kinderen, van `s morgens vroeg tot `s avonds laat en van onze wieg tot het graf over ons te waken en voor ons te zorgen.

Het is volstrekt onrealistisch om te denken dat de politiek dit allemaal kan ondanks zij ons dat toezeggen en doen willen laten geloven. Politici doen uiteindelijk het enige wat ze nog kunnen: geld tegen het probleem aan gooien, en nog meer wetten en regels uitvaardigen, “hervormingsprojecten” doorvoeren en commissies instellen die toezien op naleving van wetten en regels. Als de bureaucratie  niet drastisch wordt afgebroken dan zal dit de grootste bedreiging voor een gezonde toekomst van Nederland worden.

Hoe krijgen we in Nederland weer de noodzakelijke kwaliteit in maatschappelijk bestuur?

Onze staat kan en mag niet langer in vrijwel alle economische en maatschappelijke kwesties de bepalende factor blijven. De voordelen van centralisme wegen al lang niet meer op tegen alle directe en indirecte nadelen. Alleen door het invoeren van een decentraal bestuursmodel zal er een nieuwe dynamiek met een verfrissende mentaliteit voor initiatieven ontstaan. We gaan dan weer met elkaar aan de gang en zijn bereid eigen verantwoordelijkheid te nemen. Er gaan oplossingen ontstaan voor problemen die eerder onoplosbaar schenen.

Dat decentralisatie in bestuur tot goede resultaten kan leiden, bewijst Zwitserland al jaren. Zwitserland is een democratisch land dat opgebouwd is uit zes keer zoveel kleine democratische eenheden ( gemeenten) als in Nederland en 26 kantons ( te vergelijken met onze provincies) waardoor de negatieve gevolgen van grootschalige parlementaire democratie en daarmee de verstikkende bureaucratie achterwege blijft. Het oplossen van problemen is de eerste verantwoordelijkheid van de gemeenschap zelf. Daartoe worden mensen niet benoemd vanwege hun politieke achtergrond maar vanwege hun onderkende en bewezen bekwaamheden. Zaken die een bepaald gebied overstijgen of waarbij samenwerking is vereist, vinden op een groter ( dus niet hoger) schaalniveau plaats. Het is een geografisch georiënteerd model dat vanuit de gemeenschap zelf is georganiseerd. Het grootse gedeelte van de inkomstenbelasting wordt in Zwitserland aan de gemeenten en de kantons en niet aan de federale overheid betaald. De gemeenten en kantons kunnen  sterk verschillen in belastingheffing en beconcurreren elkaar dus.

Wat is het verband tussen de “oude”en de “nieuwe”economie?

 De nieuwe economie zal de oude economie transformeren en die verhoudingsgewijs in belang doen afnemen, maar zal die economie niet om zeep helpen. Wij staan met één been( zonder dat we dat beseffen) in een revolutie die even ingrijpend is als de Industriële Revolutie destijds. Deze revolutie omvat de milieurevolutie, de genetische revolutie, de materialenrevolutie, de digitale revolutie en bovenal de kennis – en informatierevolutie. Volkomen nieuwe industrieën zullen geboren worden. Bestaande bedrijfstakken zullen diepgaande veranderingen ondergaan. Nieuwe technologieën en vaardigheden zullen nodig zijn om deze nieuwe mogelijkheden te realiseren. Elk bedrijf dat een leidende positie in een van deze markten hoopt te verwerven zal moeten samenwerken met, en leren van, belangrijke afnemers, technologie -ontwikkelaars en toeleveranciers, waar ter wereld die ook zitten. Ook zal het nodig zijn om een wereldwijd distributienet te hebben, wil een bedrijf profijt hebben van zijn leiderschap en al zijn investeringen eruit halen. Daarbij moeten we ons realiseren dat het onmogelijk is een toekomst in de 21 ste eeuw te creëren zonder de zaken vanuit een nieuwe conceptie en een nieuwe filosofie aan te pakken.

Klik hier voor meer informatie over het boek “Gedrochten uit de Haagse krochten” 

Bron: www.creditexpo.nl