Griffierechten aan de rechtbank zijn kosten voor de toegang tot de rechtbank en/of kantonrechter. Degene die een civiele procedure wil starten is griffierecht verschuldigd. De gedaagde partij soms ook.

Dit griffierecht moet in de meeste gevallen aan de poort worden betaald, dus voordat de procedure daadwerkelijk begint. In de laatste jaren is een tendens zichtbaar dat de griffierechten steeds verder worden verhoogd. Wordt hiermee de toegang tot de rechter niet beperkt? Of met andere woorden: gaat die poort überhaupt nog wel open?

Kostenrisico, afzien van procedure?

Ondernemingen zien als gevolg van de verhoging van de griffierechten steeds vaker helemaal af van een procedure. Vooral bij kleine incassovorderingen is deze tendens duidelijk merk- en voelbaar. Het kostenrisico, namelijk dat de kosten uiteindelijk hoger zullen zijn dan de baten, is in die gevallen vaak te groot.

Raad voor de Rechtspraak

Onlangs heeft de voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak gewaarschuwd voor de negatieve economische gevolgen van het verhogen van de griffierechten. Hij heeft zelfs gepleit voor een verlaging van het tarief voor relatief lage incassovorderingen tot € 1.500. Wij vinden dat dit niet alleen voor kleine vorderingen moet gelden, maar voor alle vorderingen over de gehele linie. Met name voor procedures bij de kantonrechter, want ook bij die zaken zien wij dat de griffierechten een zodanige drempel opwerpen dat de gang naar de rechter soms niet (meer) wordt gemaakt.

Het voorgaande is niet alleen een vermoeden, want uit onderzoek van de Raad voor de Rechtspraak blijkt dat het aantal handelszaken (waaronder incassozaken) tussen 2010 en 2013 met 26% is gedaald. De Raad komt verder tot de conclusie dat de hogere griffierechten het beroep op de rechtspraak bij incassozaken aanzienlijk hebben geremd. Wij denken dat dit economische gevolgen moet hebben, aangezien ondernemingen hun vorderingen daardoor sneller afboeken of op andere wijze tot incasso overgaan.

Gevolgen

Dat is een ontwikkeling die zorgen baart. Deze tendens druist regelrecht in tegen onze kernwaarde ‘Rechtvaardigheid voor de crediteur!’. Als bedrijven niet meer naar de rechter stappen om kleinere geldvorderingen te verhalen vanwege de hoge kosten, dan kan dat leiden tot ontduikend gedrag bij de debiteur. De ‘stok achter de deur’ ontbreekt dan immers. Dat kan voor vooral kleinere bedrijven en eenmanszaken betekenen dat zij (vaker) met niet-betalende klanten worden geconfronteerd, met alle gevolgen van dien.

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat die drempel lager wordt? De griffierechten moeten worden verlaagd. Daarnaast zullen wij in de meeste gevallen uw vordering buitengerechtelijk incasseren en de kosten zoveel als mogelijk op uw debiteur verhalen.

Conclusie

Wij behandelen incassozaken op basis van No Win, No Fee en dat betekent in veruit de meeste gevallen dat wij ervoor zullen zorgen dat alle kosten, dus ook het griffierecht, door uw debiteur worden gedragen. Ook dat kan een probleem vormen, omdat de debiteuren de (hogere) griffierechten uiteindelijk voor hun kiezen krijgen. Dat kan ertoe leiden dat de kosten voor hen hoger zullen zijn dan strikt noodzakelijk.

Aangezien schuldenaren weten dat wij het er niet bij laten zitten, incasseren wij uw vordering in de meeste gevallen inclusief rente en alle kosten in de buitengerechtelijke fase. Moeten we toch procederen, dan worden de kosten veelal op de schuldenaar verhaald. Wij wikkelen het dossier dan zodanig af dat u, na restitutie van de BTW, helemaal geen kosten aan het incasso hebt gehad. Dat is pas rechtvaardig voor u als crediteur!

Bierens Incasso Advocaten schrijft met regelmaat vakgerelateerde artikelen. Wilt u meer lezen? Bekijk alle publicaties op blog.bierens-incasso-advocaten.com