Ook werkenden met bovenmodaal inkomen verwachten van de overheid ondersteuning in behoud van levensstandaard

Maar liefst drie op de vijf (62%) Nederlanders voelen zich niet gesteund door de inflatie- en energieprijs corrigerende maatregelen die afgelopen Prinsjesdag gepresenteerd zijn. Dat blijkt uit onderzoek van incasso- en gerechtsdeurwaardersorganisatie Flanderijn, uitgevoerd onder ruim 1.000 werkende Nederlanders. Wat kan meespelen in dit sentiment is het feit dat er nog veel onwetendheid is over de invloed van de maatregelen. Zo zegt 36 procent niet te weten wat de inflatie- en energieprijs corrigerende maatregelen van Prinsjesdag voor hun portemonnee betekenen.

Steun vanuit overheid verwacht voor rondkomen

De inflatie- en energieprijs corrigerende maatregelen hebben als doel de Nederlander te steunen in het onderhouden van hun levensstandaard. Dat is ook de verantwoordelijkheid van de overheid, aldus 63 procent van de respondenten. Zij vinden dat de overheid moet bijspringen wanneer zij door de inflatie en stijgende energieprijzen hun gebruikelijke manier van leven niet meer zelfstandig kunnen opbrengen. Gezinnen met een onder modaal inkomen rekenen het meest op steun (81%), maar opvallend genoeg verwacht ook een aanzienlijk deel van de gezinnen met een bovenmodaal inkomen (60%) steun vanuit de overheid.

Nu al kostenbesparende keuzes in alle inkomens

De inflatie en stijgende energieprijzen leiden ertoe dat maar liefst 83 procent van de Nederlanders nu al kostenbesparende keuzes maakt. Opvallend is dat deze trend in gelijke mate plaatsvindt onder alle inkomensgroepen. Van de mensen met een beneden modaal inkomen maakt 84 procent kostenbesparende keuzes, van de groep modaal en bovenmodaal is dat respectievelijk 91 en 82 procent.

Mochten er nog meer bezuinigingen nodig zijn om rond te komen, dan zien de meeste werkenden daar nog mogelijkheden voor: 89 procent weet op welke uitgaven bespaard kan worden. Onder werkenden met een beneden modaal inkomen ligt dit percentage een stuk lager: van hen weet minder dan driekwart (73%) waarop zij nog kunnen besparen. Ook bij een modaal inkomen is dit percentage minder hoog: 77 procent. Met 91 procent weet vooral boven modaal waar de hand op de knip kan.

Michel van Leeuwen, directeur en gerechtsdeurwaarder bij Flanderijn: “Het is natuurlijk vervelend dat de gemiddelde Nederlander nu al moet besparen op de kosten, maar het is goed om te zien dat hen dat nu lukt. De stijgende energieprijzen en de hoge inflatie zijn nu eenmaal een feit en het laatste wat men moet doen, is de kop in het zand steken. Waar het tot nu toe vaak mensen met lagere inkomens zijn die betalingsachterstanden krijgen, zien we dat de huidige omstandigheden alle inkomensgroepen raken. Onze zorg is dat huishoudens die normaliter weinig tot geen financiële uitdagingen kennen, te laat of geen stappen nemen om kosten te besparen in hun dagelijks leven. Ondanks dat een flinke meerderheid van de ondervraagden meer financiële ondersteuning vanuit de overheid verlangt, is die zorg dus niet terecht. Tegelijkertijd moeten we niet te vroeg juichen: door de coronacrisis hebben veel mensen geld gespaard. Wanneer die buffers opraken, kan de situatie er heel anders uit komen te zien.”

Bron: Flanderijn