Begin 2018 is Willem Wiggelman (61) aangetreden als onafhankelijk voorzitter van de nu al 44 jaar bestaande Nederlandse Vereniging van Handelsinformatiebureaus (NVH), na een carrière bij onder andere het Bureau Krediet Registratie (BKR). Enthousiast vertelt hij over zijn vereniging en de producten van haar leden.

‘Ondanks dat de NVH al in 1975 was opgericht, viel mij bij mijn aantreden op dat we vrij onbekend waren. Ik zag het als mijn eerste taak daar verandering in aan te brengen. De club wil zich ook duidelijk onderscheiden van de rest, zogezegd het kaf van het koren scheiden. Het NVH-lidmaatschap is een kwaliteitskenmerk. Immers, de NVH was in 1993 een van de eerste verenigingen die een gedragscode opstelde voor de wijze waarop de leden met persoonsgegevens dienden om te gaan. Alleen door de NVH goedgekeurde leden kunnen werken volgende de NVH-gedragscode. Een strikte gedragscode, die samen met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) de beste waarborg is voor zorgvuldigheid, kwaliteit en naleven van een goede beroepsethiek.’

Waar moet handelsinformatie aan voldoen?

‘Er zijn twee soorten leden van de NVH: leden die actief zijn in de B2B-sector en leden die met B2C te maken hebben. Wat voor handelsinformatie uniform geldt, is dat die betrouwbaar, bruikbaar en actueel moet zijn. De kwaliteit staat voorop. De informatie moet snel beschikbaar zijn en integer. En waar de privacy om de hoek komt, moet die aan de geldende richtlijnen voldoen.’

Wat is de functie van handelsinformatie?

‘Handelsinformatiebureaus helpen organisaties om betere besluiten te nemen. Handelsinformatie draagt hierdoor bij aan de toegankelijkheid van diensten en goederen voor consumenten en bedrijven. Enerzijds creëert het nieuwe kansen die verdere ontwikkeling en economische groei mogelijk maken, omdat hierdoor meer mensen en bedrijven in aanmerking komen voor diensten en producten. Anderzijds leidt een betere inschatting van de financiële draagkracht tot minder schulden en betalingsuitval. Dat is essentieel gezien allerlei maatschappelijke ontwikkelingen. Handelsinformatiebureaus creëren geen behoefte, maar vullen een behoefte in. Immers, vandaag (online) besteld is morgen geleverd. En bij alles wat na levering wordt betaald, is een (potentieel) betalingsrisico aanwezig.’

Is het voor handelsinformatiebureaus gemakkelijk om informatie up-to-date te houden?

‘Handelsinformatiebureaus verzamelen informatie uit openbare en niet-openbare bronnen. Ze hebben dus meerdere bronnen en daardoor vergroot je de kwaliteit, de actualiteit en de betrouwbaarheid van de data over personen en bedrijven. Informatie uit openbare bronnen is in principe voor iedereen toegankelijk. Handelsinformatiebureaus zorgen ervoor dat die (openbare) informatie doelmatig toegankelijk en bruikbaar is.

In de B2B-sfeer wordt het Handelsregister gezien als de ‘single source of truth’. Maar het Handelsregister en de Kamers van Koophandel zijn gebonden aan regels, die politiek worden vastgesteld. Dat betekent dat er beperkingen in zitten voor de afnemers van handelsinformatie. Een jaarrekening wordt pas laat aangeleverd. Daarom nemen handelsinformatiebureaus bijvoorbeeld ook veel informatie af van bedrijven die over debiteureninformatie beschikken. Dat komt de kwaliteit van de informatie ten goede en maakt hem onmisbaar voor de credit manager.

In de B2C-sfeer vloeit informatie uit niet-openbare bronnen bijvoorbeeld voort uit een onbetaalde financiële verplichting. Handelsinformatiebureaus hebben contracten met partijen, die hun informatie afnemen. Dat kunnen woningcorporaties zijn, telecombedrijven en financiële instellingen. Die leveren ook informatie terug aan de handelsinformatiebureaus.

Ik vraag bij discussies over de schuldenproblematiek bij consumenten wel eens, hoe groot die zou zijn als handelsinformatiebureaus hun werk niet zouden doen. Want daarmee wordt heel veel voorkomen. Van de Nederlandse huishoudens heeft 15% risicovolle of problematische schulden. Van de problematische schuldsituaties in Nederland is 80% niet aan kredietverlening gerelateerd. Denk aan achterstallige huur of energierekeningen. Die staan dus niet geregistreerd bij het BKR. Daarom vragen financiële instellingen ook vaak informatie op bij leden van de NVH. De overheid heeft het terugdringen van problematische schuldsituaties hoog op de agenda staan. Haar plannen zijn zeker ambitieus te noemen, maar er wordt mijns inziens te weinig aandacht besteed aan ‘vroegsignalering’ zoals de NVH dat ziet. De regering verstaat onder vroegsignalering: het voorkomen dat reeds ontstane betalingsproblemen oplopen tot een problematische schuldenpositie. De NVH verstaat onder vroegsignalering het ‘aan de voorkant’ zoveel mogelijk voorkomen van (eerste) betalingsproblemen. Belangrijk, want zelfs bij een uitstekend draaiende economie blijft het aantal problematische schuldsituaties toenemen. Het aantal mensen dat niet de eindjes aan elkaar kan knopen of onverantwoorde dingen doet, stijgt.

Tegenwoordig heb je flexibele arbeidscontracten. Een baan voor het leven bestaat niet meer. Vandaag gaat het je goed, maar het kan ook zo weer afgelopen zijn. Dus die zekerheden zijn veel minder dan in onze jeugd.

Ik heb er altijd moeite mee als tijdens het spel de spelregels worden veranderd. Dat zie je nu bij studenten, die een studiefinanciering zijn aangegaan waarvan de rente na een paar jaar wordt aangepast. Wordt de studielening nu wel of niet meegenomen bij het vaststellen van de hoogte van de hypotheek?. Dat is een politieke discussie. Iedereen overschreeuwt elkaar. Iedereen moet zijn zin een beetje hebben en daardoor krijg je een compromis dat vaak niet werkt. Er moet een duidelijke visie zijn waar we een aantal jaren aan vast kunnen houden. Dan weten we waar we staan.

Kijk eens naar een lid van de NVH. Hij heeft zich aan de gedragscode te houden. Doet hij dat niet, dan is het einde verhaal. Toen op 25 mei 2018 de AVG werd ingevoerd, betekende dat voor onze leden geen grote verandering van de wijze van werken. Wij hadden al een gedragscode, gebaseerd op de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), die in 2011 was goedgekeurd door het College Bescherming Persoonsgegevens. De leden van de NVH waren daaraan gewend. Door de AVG zijn dingen aangescherpt, maar dat betekent voor onze leden geen omschakeling.’

Wat is de sanctie als een lid niet aan de gedragscode voldoet?

‘Een berisping, een correctie, een boete en uiteindelijk kan het leiden tot een royement. Voordat de AVG werd ingevoerd, hebben we binnen de NVH een werkgroep gevormd bestaande uit privacyjuristen van de leden, aangevuld met mij als onafhankelijk voorzitter en een externe deskundige, professor Gerrit-Jan Zwenne. We hebben het eerste concept van onze gedragscode vervolgens voorgelegd aan de Consumentenbond. Die heeft opmerkingen gemaakt die wij hebben meegenomen. Vervolgens hebben wij de code aan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) voorgelegd. Die heeft commentaar gegeven in een informeel traject. De verwerking van deze opmerkingen heeft geleid tot een nieuw aangepast concept dat ter goedkeuring is voorgelegd aan de AP. Ik kan nu met de hand op mijn hart zeggen dat onze gedragscode voldoet aan de AVG.’

Zijn er vaak klachten ingediend?

‘Nee. Het beste bewijs hiervan is wellicht een door AP uitgebrachte klachtenrapportage over de periode van 25 mei tot 25 november 2018. In dat halfjaar zijn er over alle bedrijven in Nederland ruim 9.000 klachten binnengekomen bij de AP. 9% daarvan vloeide voort uit bedrijven binnen de financiële sector. En van die 9% heeft 14% betrekking op wat de AP noemt ‘handelsinformatiebureaus en kredietbureaus’. Voor sec handelsinformatiebureaus ligt dat percentage dus bottomline onder de 1%.

Er zullen altijd mensen zijn die zeggen dat ze niet goed beoordeeld zijn. En natuurlijk maken we wel eens een fout. Maar besef wel dat de leden van de NVH gezamenlijk tientallen miljoenen informaties per jaar verstrekken. De klanten van onze leden zijn credit managers en die kijken natuurlijk ook of het zinvol is om handelsinformatie af te nemen of niet. De kwaliteit, integriteit, betrouwbaarheid en zorgvuldigheid van informatie zijn essentieel voor het bestaansrecht van een handelsinformatiebureau.
Als het daaraan ontbreekt, ben je out of business. Onze leden worden dus ook gecontroleerd door hun eigen opdrachtgevers. Sommige opdrachtgevers maken van meer dan één bureau gebruik. Alleen al uit concurrentieoverwegingen worden onze leden scherp gehouden.’

Wanneer handelsinformatiebureaus wordt gevraagd waar zij hun informatie vandaan halen, is er dan sprake van bronbescherming?

‘Bij B2B zal een handelsinformatiebureau best willen duidelijk maken waarop de informatie is gebaseerd. Maar dat betekent niet dat de bron wordt genoemd.

Bij B2C is dat een ander verhaal. Consumenten hebben het recht op inzage in de beschikbare informatie. Het NVH-lid is verplicht daaraan mee te werken. Bij NVH-leden is inzage gratis. Als de informatie niet klopt, heb je het recht van correctie.’

Het interpreteren van handelsinformatie levert soms vragen op. Jargon zoals ‘krediet is in termijnen verleenbaar’ of ‘krediet slechts verleenbaar met zekerheden’.

‘De handelsinformatie is in essentie ondersteunend. De opdrachtgever bepaalt zelf of er zaken worden gedaan. Die heeft zijn eigen risicobeleid. Zelfs als een handelsinformatiebureau een negatieve score afgeeft, kan een bedrijf zeggen: ‘ik doe die zaak wel.’ Het handelsinformatiebureau zegt niet ‘tegenhouden of doorgaan met die handel’. Sommige branches zijn risicovoller dan andere, ondanks de kwaliteit van de individuele onderneming in die branche. Die kan zijn rating beïnvloeden door zelf informatie te leveren. De voorspellende waarde van handelsinformatie is goed, maar er worden wel eens fouten gemaakt en dat is all in the game.

Openbare bronnen geven vaak actuele informatie maar geen historische informatie. Dat wil niet zeggen dat je dertig jaar terug moet gaan, maar de historie is natuurlijk wel opgebouwd bij handelsinformatiebureaus.’

Moet handelsinformatie over bedrijven niet net als een goed jaarverslag een prognose voor de toekomst bieden?

‘Nee, dat denk ik niet. Daar moet je voor uitkijken. Bij veel bedrijven is de snelheid van veranderingen zo groot, dat de voorspelbare waarde net zo snel vermindert.

B2B-leden verzamelen continu allerlei informatie over wijzigingen in de eigendomsstructuur, economische relaties met andere bedrijven, bestuurswisselingen, maar ook bijvoorbeeld, berichten uit de pers. Bij dat laatste moet je natuurlijk wel voorkomen dat je geen fake news gebruikt. Handelsinformatiebureaus nemen daarin hun verantwoordelijkheid door alleen gebruik te maken van valide bronnen. Bij nieuwsbronnen kun je dan denken aan bronnen met een goede redactie.’

Is het denkbaar dat bedrijven in de toekomst online informatie verstrekken aan handelsinformatiebureaus om een actueel beeld te geven van hun kredietwaardigheid?

‘In de B2B-sfeer heb ik die signalen nog niet. De bij handelsinformatiebureaus beschikbare info is vrij nauwkeurig. Enkel indien een bedrijf de informatie betwist, wordt er wel eens gevraagd de betreffende informatie zelf aan te leveren. Echter, deze moet dan wel authentiek zijn, dus bijvoorbeeld ondertekend door een accountant. Fact-checking blijft noodzakelijk want iedereen wil graag goed bekend staan. Overigens, onlogisch is jullie vraag niet. Op de consumentenmarkt zie je een soortgelijke ontwikkeling, zoals de sinds februari 2019 van kracht zijnde Payment Service Directive 2 (PSD2).’

Bron: De Credit Manager