De inflatie in Nederland daalt, mede door lagere energieprijzen en een verdere afkoeling van onze economie. Dit jaar stijgen de prijzen nog met 4,1%, voor volgend jaar verwachten we 2,9% inflatie en in 2025 een verdere afname naar 2,2%. Keerzijde hiervan is dat er dit jaar vrijwel geen economische groei is, ook door een daling van de wereldhandel. Geleidelijk herstel van de groei volgt de komende twee jaar. Dat blijkt uit de Najaarsraming van De Nederlandsche Bank.

De inflatie daalt iets sneller dan we afgelopen juni raamden. Dat komt vooral door de lagere energieprijzen. Daarnaast koelt de economie af, door het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank en door de terugval van de wereldhandel. De economische groei is dit jaar fors lager dan vorig jaar toen er nog sprake was van inhaalgroei na de pandemie. Het bruto binnenlands product (bbp) stijgt met 0,1%, gevolgd door 0,3% en 1,0% in de komende jaren.

Ook kerninflatie daalt

De economische groei trekt volgend jaar en in 2025 weer wat aan, vooral door binnenlandse bestedingen. De onderliggende kerninflatie – zonder prijsstijgingen van energie en voeding – komt dit jaar nog op 6,4%, maar daalt dan rap naar 3,0% volgend jaar en 2,7% in 2025. Ook die daling gaat iets sneller dan eerder geraamd.

Kerngegevens raming Nederlandse economie

Groei zakt in door minder wereldhandel en hogere rentes

Dat er dit jaar vrijwel geen economische groei overblijft, komt vooral door een lagere groei van de wereldhandel en door de snel gestegen rentes de afgelopen periode. Centrale banken verhoogden overal in de wereld de rente. Dat maakt lenen duurder, belemmert de economische activiteit en drukt zo de economische groei. In Nederland is die op jaarbasis nog net positief, maar in de eerste drie kwartalen van dit jaar was telkens sprake van krimp.

De groei wordt nog positief gehouden door hogere bestedingen van de overheid, vooral in de vorm van koopkrachtmaatregelen. Die ondersteunen de consumptie van huishoudens. Ook door loonstijgingen – inmiddels iets hoger dan de inflatie – houden mensen meer geld over, wat de consumptie ondersteunt.

Overheidstekort loopt komende jaren hard op

Het begrotingstekort van de overheid blijft dit jaar nog beperkt tot 0,9% van het bruto binnenlands product. Maar dat beeld verslechtert de komende jaren snel, mede doordat meer rente moet worden betaald over de eigen overheidsschuld. Het tekort stijgt dan richting de EU-grens van 3%.

In 2024 (0,2%) en 2025 (0,2%) komt de werkgelegenheidsgroei bijna tot stilstand, terwijl het arbeidsaanbod wat sterker groeit. Daardoor loopt de werkloosheid de komende jaren iets op, naar 4,2% in 2025. Maar de arbeidsmarkt blijft krap.

Alternatief scenario

Als de economische omstandigheden in het buitenland verslechteren, onder andere door toenemende onzekerheid en geopolitieke spanningen, dan wordt Nederland als handelsland hard geraakt. Dit hebben we beschreven in een alternatief scenario, waarin de groei volgend jaar 0,7 procentpunt slechter uitvalt dan in het basisscenario en in 2025 0,4 procentpunt slechter (resulterend in -0,4% en 0,6% groei).

Begrotingsdiscipline nodig om schokken op te kunnen vangen

De risico’s op negatieve economische ontwikkelingen zijn groter dan de kansen op positieve ontwikkelingen. Het alternatieve scenario is niet denkbeeldig. Dat maakt begrotingsdiscipline voor de overheid eens te meer van groot belang. De afgelopen jaren hebben bewezen dat Nederland dankzij financiële buffers bij de overheid de schokken van de coronapandemie en van de energiecrisis goed op kon vangen.

Naar verwachting loopt het begrotingstekort de komende twee jaar op tot 2,9% van het bbp en vanaf 2025 stijgt de schuldquote (overheidsschuld als percentage van het bbp). Dit komt onder meer door de fors stijgende rentelasten en de oplopende kosten die te maken hebben met vergrijzing, zorg en klimaatmaatregelen.

Het is daarom van belang om het tekort aan het einde van de nieuwe kabinetsperiode te beperken tot 2% van het bbp. Dit is ook het advies van de Studiegroep Begrotingsruimte. Alleen dan houden we de buffers die nodig zijn om schokken op te vangen en bovendien hoeft de overheid bij tegenvallers dan niet meteen te bezuinigen of lasten te verzwaren, wat leidt tot stabieler beleid. Het beperken van het tekort betekent dat een nieuw kabinet keuzes moet maken. Niet alles kan tegelijk.

Weeg internationale handel en samenwerking mee in beleidskeuzes

Naast begrotingsdiscipline kan ook Europese economische samenwerking bijdragen aan de veerkracht en schokbestendigheid van onze economie. Nederland is als kleine open economie sterk afhankelijk van handel met andere (Europese) landen. Juist handel en samenwerking met onze Europese partners kan Nederland beschermen tegen verbrokkeling van de wereldwijde handel.

Bron: DNB