Drie jaar op rij minder groei dan in marktsectoren.

De publieke sector profiteert nauwelijks van de aantrekkende economie. Na lichte krimp in 2015, volgt groei in 2016. Maar die blijft met 1% ver achter bij de nationale economische groei van 2,5%. Gemeenten halen de broekriem aan. Tegelijkertijd wordt van hen meer daadkracht verwacht bij nieuwe taken op het vlak van zorg, werk en inkomen.

Ook voor woningcorporaties, onderwijsinstellingen, kinderopvangaanbieders en goede doelen blijft het een flinke uitdaging om met minder geld meer impact te realiseren. Dit blijkt uit het Vooruitzicht Public Sector van ING Economisch Bureau.

“Alleen wanneer je als publieke sector kunt aantonen wat je meerwaarde is, maak je het verschil. Maak resultaten concreet voor de klant, de burger en de politiek. Zo kun je de klantrelatie versterken en de maatschappelijke waarde zichtbaarder maken,” aldus Ceel Elemans, ING Sectormanager Public Sector.

Investeringen in onderwijs zorgen voor lichte groei

Het kabinet onderstreept met extra investeringen de economische noodzaak van beter onderwijs. Terwijl de totale werkgelegenheid in het onderwijs daardoor groeit, krimpt het aantal docenten in het basis- en voortgezet onderwijs. Het hoger onderwijs laat wel groei zien. In het HBO betreft dit vooral de inschrijvingen bij tweejarige opleidingen die een aanvulling op het MBO-diploma vormen. Universiteiten houden de aanwas op peil door hun internationale aantrekkingskracht, het toenemende opleidingsniveau van de bevolking en de trend van het langer doorleren.

Ook kinderopvang en goede doelen groeien in 2016

Dankzij een overheidsinvestering van 290 miljoen euro en een toename van het aantal werkende ouders groeit de omzet in de kinderopvang in 2016 met 2%. Ouders zullen onder invloed van het inconsistente overheidsbeleid niet weer massaal van informele oppas naar kinderopvang overstappen.

Het herstel is dan ook relatief beperkt, waardoor overcapaciteit en margedruk aanhouden. Door een toenemend vertrouwen onder consumenten en donateurs nemen ook de inkomsten van goede doelen weer toe. Daarnaast melden veel nieuwe vrijwilligers zich aan om de vluchtelingenstroom in goede banen te leiden. Door minder subsidies is vernieuwende fondsenwerving wel noodzaak.

Bron: ING