Je zou de creatieve sector bijna vogelvrij verklaren, zo lastig is het om intellectueel eigendom te claimen. Waterdicht krijg je het nooit, maar je kunt wel een sterk signaal afgeven.

Menig ontwerper, fotograaf of copywriter is door schade en schande wijs geworden. Je neemt in goed vertrouwen een opdracht aan, laat je offerte accorderen en moet alsnog lijdzaam toezien dat ze er met jouw gedachtegoed vandoor gaan. Wat doe je fout? Ter illustratie het onderstaande verhaal, mét vier laagdrempelige tips om je risico af te dekken.

No cure, no pay

Peter de Heer werkt als freelance ontwerper en heeft zich gespecialiseerd in beursstands. Hij heeft een goede reputatie en werkt voor een aantal vaste opdrachtgevers in de standbouw. Zij halen de klanten binnen en schakelen Peter in voor het design. Vorig jaar november meldde zich een nieuwe klant: Stand B.V. Ze wilden twee opdrachten binnenhalen voor stands van circa 20.000 euro en hebben een goed ontwerp nodig om de klanten over de streep te trekken. Peter stemt toe met een ‘no cure no pay’ overeenkomst. Alleen als de klanten opdracht geven aan Stand B.V. krijgt hij 1.000 euro per ontwerp, anders geen cent.

Bewijs van de beurs

Beide klanten kiezen voor het design van Peter, maar toch wil Stand B.V. niet betalen. Volgens hen moesten ze een andere tekenaar inschakelen om aanpassingen aan het ontwerp door te voeren en gingen de klanten toen pas akkoord. Zij claimen dat het dus niet Peters’ ontwerp was waar de klanten ‘ja’ tegen zeiden.

Er gaat wat tijd overheen en beide stands worden gebouwd en gebruikt op verschillende beurzen. De organisatie van een van die beurzen is zo vriendelijk om Peter foto’s van een van de stands te sturen, en ziedaar: exact zijn ontwerp. Peter benadert daarop de twee eindklanten en vraagt of ze Stand B.V. hebben ingeschakeld vanwege zijn ontwerpen, hetgeen ze allebei bevestigen. Case closed! Peter besluit zijn vordering te verkopen aan een vorderingenloket, die Stand B.V. dagvaarden. Nu mag de rechter erover beslissen en het vorderingenloket heeft er alle vertrouwen in.

Voorkom jatwerk met deze tips

Helemaal afdekken dat iemand er met jouw intellectueel eigendom vandoor gaat is niet te doen. Maar je kunt je wel indekken, zodat je bewijs hebt als de zaak voor de rechter komt. Bij wijze van service gaf het vorderingenloket Peter de volgende tips om herhaling te voorkomen:

  1. Formuleer algemene voorwaarden, zet ze op je website en verwijs ernaar in je offertes. Voor veel rechters is alleen een verwijzing trouwens niet genoeg; zij willen een getekende versie van de voorwaarden zien. Soms zelfs met een paraaf op elke pagina. Ben je bang dat de deal daarop afketst, dan is een formulering als ‘Met ondertekening van deze offerte geeft u aan kennis te hebben genomen van onze Algemene Voorwaarden en hiermee akkoord te gaan.’ een mooie middenweg.
  2. Neem jezelf serieus. Peter ging ermee akkoord dat zijn uren alleen vergoed zouden worden als zijn designs tot opdrachten voor Stand B.V. zouden leiden. Sta achter je werk en ga pas aan de slag als er gegarandeerd een gepaste vergoeding tegenover staat.
  3. Omschrijf in je offerte ondubbelzinnig wat je wel en niet levert. Zit er een correctieronde bij de prijs in of gaat de teller dan weer lopen?
  4. Verdiep je in de mogelijkheden voor het claimen van intellectueel eigendom, zoals I-Depot. Dit is een wettelijk bewijsmiddel om aan te tonen dat je idee, ontwerp of concept op een bepaalde datum bestond. Je claimt er overigens niet mee dat je idee origineel is, of door jou bedacht en uitgevoerd.

Creatieve beroepen gaan vaak hand in hand met een relaxte manier van zakendoen, maar je wilt toch niet dat opdrachtgevers de (beurs)vloer met je aanvegen. Take a stand!

Rob de Haan is medeoprichter van Verkoopjevordering.nl. In zijn column beschrijft hij persoonlijke verhalen uit ons land tijdens de crisis. Waargebeurde ondernemersverhalen, waarin mensen en locaties onherkenbaar zijn gemaakt.