De griffierechten voor civiele zaken in eerste aanleg met vorderingen tussen € 500 en € 5.000 gaan omlaag. Dit blijkt uit een wetsvoorstel van minister Dekker (voor Rechtsbescherming) dat vandaag in consultatie is gegaan.

Nu betalen ondernemers voor een vordering van net boven de € 500 nog € 486 aan griffierechten. Dat wordt straks € 306 óf als de ondernemer geen rechtspersoon is € 204. Dekker: ‘In een rechtsstaat is de toegang van burgers en bedrijven tot de rechter essentieel. Vooral kleinere bedrijven stappen niet naar de rechter en laten hun onbetaalde rekeningen liggen, omdat het verschil tussen griffierecht en vordering zo klein is. Daar ga ik wat aan doen met dit wetsvoorstel’

Door meer categorieën in het griffierechtenstelsel te introduceren, kunnen de tarieven voor de lagere vorderingen dalen en komt de hoogte van het griffierecht beter in verhouding te staan tot de hoogte van de vordering. Daarmee komt de minister tegemoet aan de bezwaren van onder andere het midden- en kleinbedrijf en van de deurwaarders. De huidige tarieven zouden de toegang tot de rechter te veel kunnen belemmeren.

Ook wil Dekker particulieren tegemoet komen die een incassoprocedure tegen een bedrijf hebben verloren en worden veroordeeld in de proceskosten. Doorgaans moeten zij dan het hogere griffierecht vergoeden dat het bedrijf (de rechtspersoon) heeft moeten betalen. Dit klemt vooral bij relatief lage geldvorderingen. Daarom brengt Dekker de griffierechten voor rechtspersonen en natuurlijke personen voor vorderingen tot € 5.000 dichter bij elkaar.

Overigens moeten de wijzigingen in de tarieven budgetneutraal worden uitgevoerd. Dit betekent dat tegenover de verlaging van de tarieven voor vorderingen tot € 5.000 staat dat het griffierecht voor vorderingen van € 5.000 of meer (in eerste aanleg) omhoog zal gaan. Voor de vorderingen tot € 500 blijven de griffierechten ongewijzigd.

Bron: Rijksoverheid.nl

Gerelateerd nieuws:

E-legal: “Verlaagd griffierecht goed nieuws voor ondernemers die voor kleine onbetaalde facturen naar de rechter willen stappen

De griffierechten bij de kantonrechter voor geldvorderingen van € 500 tot € 5.000 worden verlaagd.

Momenteel betalen ondernemers als rechtspersonen nog € 486 aan griffierecht voor een vordering van net boven de € 500. Binnenkort is dit gelukkig verleden tijd, want dat griffierecht wordt straks € 306 of zelfs € 204 als de ondernemer geen rechtspersoon is.

Tegenover de daling van de griffierechten voor lagere vorderingen staat echter een sterke stijging van 35% voor de griffierechten voor vorderingen van € 5.000 of meer. Voor vorderingen tot € 500 blijven de griffierechten ongewijzigd.

Dit blijkt uit het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken van minister Dekker voor Rechtsbescherming dat in consultatie is gegaan per 29-07-2019.

Huidige griffierechten belemmeren toegang tot de rechter

De huidige griffierechten staan al langer ter discussie door de wanverhouding bij lagere vorderingen vanaf € 500 tot € 1.500.

Door deze wanverhouding zien vooral kleine ondernemers ervan af om naar de rechter te stappen voor kleine onbetaalde vorderingen. Aangezien hiervan het signaal kan uitgaan dat lagere vorderingen niet hoeven te worden betaald, kan dit leiden tot een verslechterde betalingsmoraal. De huidige griffierechten kunnen de toegang tot de rechter belemmeren, aldus de toelichting op het wetsvoorstel

De minister komt met dit wetsvoorstel tegemoet aan de bezwaren van onder andere het midden- en kleinbedrijf en van incasso-partijen, zoals deurwaarders en creditmanagementbedrijven.

Goed nieuws dus voor ondernemers die voor kleine onbetaalde facturen naar de rechter willen stappen. Lagere vorderingen behoren immers ook te worden betaald.

Lagere griffierechten worden dichter bij elkaar gebracht

De griffierechten voor rechtspersonen en natuurlijke personen worden behalve verlaagd ook dichter bij elkaar gebracht in de lagere griffierechtcategorieën.

Momenteel krijgen natuurlijke personen (zoals burgers) nog de rekening gepresenteerd van de hoge griffierechten voor rechtspersonen. Bij een toewijzend vonnis van de rechtspersoon moet de natuurlijke persoon namelijk de proceskosten vergoeden, waaronder het hogere griffierecht dat de rechtspersoon als eiser heeft moeten betalen in de incassoprocedure. Dit klemt vooral bij relatief lage vorderingen, aldus de toelichting op het wetsvoorstel

Doordat de griffierechten straks dichter bij elkaar worden gebracht, hoeft een natuurlijke persoon als verliezende procespartij straks een lager bedrag aan griffierecht te vergoeden in het kader van de proceskostenveroordeling.

Vier nieuwe categorieën griffierecht

Doel van het wetsvoorstel is om het griffierecht meer in overeenstemming te brengen met de hoogte van de vordering. Het wetsvoorstel introduceert hiertoe meer categorieën in het griffierechtenstelsel. De huidige categorie voor vorderingen van € 500 tot € 12.500,00 wordt opgesplitst in vier nieuwe categorieën.

Het nieuwe griffierechtenstelsel ziet er als volgt uit voor geldvorderingen bij de sector kanton (kantonrechter):

Categorieën griffierecht sector kanton

Hoogte vordering Rechtspersonen Natuurlijke personen Onvermogenden
Van € 0 t/m € 500 € 121 € 81 € 81
Van € 500,01 t/m € 1.500,00 € 306 € 204 € 81
Van € 1.500,01 t/m € 2.500 € 347 € 231 € 81
Van € 2.500,01 t/m € 5.000,00 € 460 € 231 € 81
Van € 5.000,01 t/m € 12.500,00 € 655 € 311 € 81
Vanaf € 12.500,01 € 1309 € 655 € 81

Zoals uit het bovenvermelde overzicht blijkt, worden de griffierechten in de tweede categorie (van € 500 t/m € 1.500,00) en derde categorie (van € 1.500,00 t/m € 2.500,00) aanzienlijk verlaagd. Voor rechtspersonen bedraagt deze verlaging 37% voor de tweede categorie en 29% voor de derde categorie.

Verder blijkt hieruit dat het griffierecht voor de vierde categorie (van € 2.500 t/m € 5.000,00) slechts marginaal wordt verlaagd, namelijk met maar 5% voor rechtspersonen.

Tot slot wordt het griffierecht voor vorderingen vanaf € 5.000,00 aanzienlijk verhoogd met maar liefst 35%, aangezien de wijziging van de griffierechten budgetneutraal moet plaatsvinden. Deze verhoging geldt niet alleen voor de griffierechten bij de sector kanton, maar ook bij de sector civiel van de rechtbank.

Voor geldvorderingen bij de sector civiel van de rechtbank ziet het nieuwe griffierechtenstelsel er als volgt uit:

Categorieën griffierecht sector civiel

Hoogte vordering Rechtspersonen Natuurlijke personen Onvermogenden
Van € 25.000,01 t/m € 100.000,00 € 2.683 € 1.231 € 81
Vanaf € 100.000,00 € 5.428 € 2.154 € 81

 

De bovenvermelde griffierechten zijn geïndexeerd voor 2019. Een nadere indexatie van de griffierechten is mogelijk als de wet na 1 januari 2020 in werking treedt, aldus het wetsvoorstel

De wijzigingen in het griffierecht gelden alleen in civiele zaken in eerste aanleg voor vorderingen met een financieel belang van meer dan € 500.

Griffierechten die ongewijzigd blijven

De overige griffierechten wijzigen niet, zoals de griffierechten voor:

  • vorderingen van minder dan € 500
  • on- en minvermogenden
  • hoger beroep
  • cassatie
  • bestuursrecht

Huidige griffierechten per 2019

Voor een overzicht van de huidige griffierechten per 2019 kan de laatste versie van ons proceskostenoverzicht worden gedownload:

DOWNLOAD HET PROCESKOSTENOVERZICHT 2019