De transitie naar een duurzame economie is van enorm belang in deze tijd. Als financier en investeerder is de financiële sector onmisbaar voor een meer duurzame economie. Uiterlijk eind dit jaar dienen financiële instellingen hun actieplannen te presenteren voor hun bijdrage aan de vermindering van de CO2-uitstoot. Dit schrijft minister Kaag van Financiën vandaag in haar beleidsagenda voor duurzame financiering.

Financiële sector moet ambities nu gaan waarmaken

Meer dan 50 banken, verzekeraars, pensioenfondsen, vermogensbeheerders en hun koepelorganisaties ondertekenden in 2019 het Klimaatcommitment. Nederland liep hiermee internationaal voorop. Uiterlijk eind dit jaar dienen de ondertekenaars van het Klimaatcommitment hun actieplannen te presenteren voor het terugbrengen van de CO2-impact van hun financieringen en beleggingen. De actieplannen zullen door de ministers van EZK en Financiën worden beoordeeld op transparantie, vergelijkbaarheid en ambitieniveau. Van financiële instellingen wordt bijvoorbeeld verwacht dat ze in hun acties uitgaan van het 1,5 gradenscenario, in lijn met het coalitieakkoord. Als de resultaten onvoldoende aansluiten bij de doelen van het Klimaatakkoord wordt nieuwe wet- en regelgeving niet uitgesloten.

De keuzes van de financiële sector bepalen wat groeit en wat uitsterft. Dat is waar banken, pensioenfondsen, vermogensbeheerders en verzekeraars het verschil kunnen maken. Zolang we niet op koers liggen om de ambities uit het coalitieakkoord waar te maken- tenminste 55% reductie van CO2-uitstoot in 2030- zullen we véél meer moeten laten zien’, aldus minister Kaag.

De ambities voor verduurzaming van de financiële sector sluiten aan op de bredere ambities van het kabinet ten aanzien van klimaat, biodiversiteit en stikstof. Het kabinet werkt aan heldere en voorspelbare transitiepaden voor de reële economie. Hierdoor weet de financiële sector beter hoe, wat betreft het kabinet, de economie er in 2030 en 2050 uit zal zien. Een voorspelbaar en helder klimaat- en energiebeleid van de overheid helpt om te bepalen waar wel of niet in te investeren.

Rapportagestandaarden bieden inzicht

Door op een eenduidige en transparante manier te rapporteren, kunnen financiële instellingen beter verantwoording afleggen over de CO2-uitstoot van hun financieringen en investeringen. Financiële instellingen dienen zich dus meer te verdiepen in de bedrijven die zij financieren. Op dit moment gebruiken instellingen verschillende definities voor wat duurzaam is en wat niet.

Om te zorgen voor meer transparantie en standaardisatie van rapportage is door de EU op verschillende terreinen wetgeving ontwikkeld. Nederland zet in op een ambitieuze invulling van deze wetgeving, bijvoorbeeld via de EU-richtlijn duurzaamheidsrapportage. Dit voorkomt het zogeheten greenwashing. Als bedrijven aan greenwashing doen, moeten ze daar op aangesproken worden door toezichthouders. Ook steunt Nederland de ontwikkeling van wereldwijde rapportagestandaarden voor duurzaamheid door de International Sustainability Standards Board. Als bedrijven aan greenwashing doen, moeten ze daar op aangesproken worden door toezichthouders.

Risico’s moeten goed worden beheerst

Financiële instellingen zijn zich steeds beter bewust van duurzaamheidsrisico’s waar zij zelf mee worden geconfronteerd. Zo kunnen door de vergroening van de maatschappij investeringen in fossiele brandstoffen aan waarde verliezen. De gevolgen van extreem weer zorgen ervoor dat verzekeraars voorbereid moeten zijn op een forse toename van schadelasten. Ook biodiversiteitverlies en natuurverlies leidt tot grote financiële risico’s. Samen met de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit pleit minister Kaag voor opname van de financiële sector in het internationale Global Biodiversity Framework

Aanvullend onderzoek van toezichthouders is nodig om deze risico’s beter in kaart te brengen. Ook moet dit een goede plek krijgen in de toezichtraamwerken voor financiële instellingen. Zo moeten bijvoorbeeld de kapitaaleisen van banken gekoppeld worden aan duurzaamheidsrisico’s. Op Europees niveau zal minister Kaag het initiatief nemen om met andere Europese lidstaten best practices uit te wisselen op het gebied van duurzaamheidsrisico’s, maar ook het maken van impact en het verbeteren van rapportage.

Bron: Rijksoverheid.nl