De NEVI PMI® viel in januari terug naar 55.1, het laagste niveau in 28 maanden. Dit wijst op een lichte vertraging van het groeitempo van de Nederlandse productiesector.

Een belangrijke reden voor de minder grote groei was de kleinste toename van de nieuwe orders sinds september 2016 en van de exportorders sinds juli 2016. De voorraad gereed product steeg voor de vierde maand op rij, de langste periode sinds het begin van dit onderzoek, en de achterstanden daalden voor de derde keer in vier maanden.

De kleinste uitbreiding van de inkoopactiviteiten in meer dan tweeënhalf jaar leidde tot de geringste verlenging van de levertijden sinds december 2016. De groei van de personeelsbestanden was aanzienlijk, maar wel de kleinste sinds mei 2017.

De inkoopprijsinflatie was opnieuw fors en iets hoger dan vorige maand, wat deels het gevolg was van een stijging van het btw-tarief. De verhoging van de verkoopprijzen was de op een na grootste in bijna acht jaar. De Toekomstige productie index liet het op een na laagste cijfer zien in achtentwintig maanden.

Export, productie en voorraad uitgelicht

Nieuwe export orders

De buitenlandse vraag vertoonde in januari tekenen van stagnatie. Het aantal nieuwe internationale orders steeg vergeleken met december, maar ook was dit de kleinste toename in de huidige periode van groei van eenendertig maanden. De gegevens wijzen op een zwakke vraag uit de Duitse automobielsector.

Twee subsectoren (halffabricaten en investeringsgoederen) maakten melding van een daling van het aantal nieuwe exportorders in januari. De subsector consumptiegoederen daarentegen noteerde een forse stijging.

Productie niet gereed index

De seizoensmatig aangepaste Productie niet gereed index daalde in januari en kwam uit onder de geen-veranderingsgrens van 50.0. Dit wijst op een hernieuwde daling van de achterstanden bij de Nederlandse productiebedrijven. Sommige bedrijven maakten melding van een langzame start van het jaar, waardoor zij in staat waren de bestaande achterstanden weg te werken. Dit was de derde keer in vier maanden dat de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk daalde, al was deze laatste daling gering.

Voorraad gereed product index

De voorraad eindproducten bij de Nederlandse productiebedrijven nam in januari voor de vierde maand op rij toe. Samen met de eerste vier maanden van 2017 is dit de langste periode van groei sinds het begin van dit onderzoek in maart 2000.

Sommige bedrijven gaven aan dat zij niet snel genoeg hadden gereageerd op de minder grote groei van het aantal nieuwe orders. De toename van de voorraad gereed product bleef echter bescheiden.

Redactioneel commentaar prof dr. Bart Vos, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement aan de Universiteit van Tilburg

Het afgelopen jaar is er sprake geweest van een geleidelijke daling, met af en toe een lichte opleving, in de NEVI PMI: van 63.4 in februari 2018 naar 55.7 in januari 2019. Op zich geen reden tot paniek natuurlijk, een score van boven de 50.0 duidt immers nog steeds op economische groei. Er is echter wel sprake van vertraging in het groeitempo van de Nederlandse productiesector. Bovendien kan een verdere (bescheiden) toename van de voorraad gereed product erop duiden dat deze groeivertraging door zal zetten.

Van nature ben ik geen doemdenker, integendeel, maar er zijn op het wereldtoneel toch wel enkele donkere wolken aan de horizon. Ik wil er hier twee kort aanstippen, beide volgens mij op langere termijn van invloed op de ontwikkeling van de NEVI PMI. Ten eerste is er natuurlijk de Brexit, politiek gezien een buitengewoon complex en explosief dossier. Voor ons vakgebied kan een ‘no deal’ oplossing grote gevolgen hebben voor de handel tussen Nederlandse en Britse bedrijven. De Britse PMI scoorde overigens in december 2018 nog steeds boven de 50 (54.1), maar de Britse respondenten gaven wel aan onzeker te zijn over de gevolgen van Brexit en de ontwikkeling van wisselkoersen.

Ten tweede is er de al geruime tijd sluimerende dreiging van een verder escalerende handelsoorlog tussen de VS en China. Ver van ons bed? Zeker niet voor een handelsnatie als Nederland, de verwevenheid in mondiale ketens is immers de afgelopen decennia fors toegenomen. China is een belangrijke factor in onze Nederlandse import en wat dat betreft moet een Chinese PMI van onder de 50 (49.4 in december 2018) toch wel enige zorgen baren. De deelindex voor nieuwe Chinese exportorders lag met 46.6 zelfs nog iets lager. Voor de wereldeconomie is het dan ook te hopen dat topoverleg tussen China en de VS de komende weken succesvol is om zodoende verdere escalatie te voorkomen.

Kortom, het blijven spannende tijden voor de wereldeconomie in het algemeen en de NEVI PMI in het bijzonder. Laten we echter in de geest van een illustere voorganger van de Britse premier May, Winston Churchill, positief blijven: A pessimist sees the difficulty in every opportunity; an optimist sees the opportunity in every difficulty.

Bron: NEVI