De koopkracht voor de meeste Nederlanders gaat er in 2018 nauwelijks op vooruit. Voor mensen met een bijstandsuitkering verandert er vrijwel niets, hun koopkracht blijft over het algemeen gelijk. Mensen met een aanvullend pensioen zien hun koopkracht in 2018 dalen, soms met meer dan 1 procent. Werkenden gaan er licht op vooruit. Dit blijkt uit de Nibud-koopkrachtberekeningen.

De verwachte stijging van de cao-lonen betekent voor de koopkracht slechts een minimale vooruitgang. Voor werkenden die in 2018 niet meer gaan verdienen, daalt de koopkracht. Procentueel stijgt de koopkracht voor bijna iedereen niet meer dan 0,5 procent. Het Nibud wil consumenten erop wijzen dat het algemene beeld misschien is dat alles beter wordt, maar in de portemonnee zullen huishoudens daar in 2018 nog weinig van merken.

Alert blijven

De aantrekkende economie heeft positieve gevolgen voor veel lonen, maar heeft ook invloed op de prijzen. Doordat veel prijzen van producten en diensten stijgen, kun je met meer geld niet per se meer doen. Het Nibud adviseert dan ook om alert te blijven op de balans tussen inkomsten en uitgaven.

De plannen die het vorige kabinet op Prinsjesdag presenteerde, worden in 2018 vrijwel allemaal uitgevoerd. De premie voor de zorgverzekering is minder gestegen dan oorspronkelijk gedacht was, en ook het eigen risico is niet omhoog gegaan.

Doordat de inflatie wel meer is gestegen dan verwacht, houden huishoudens netto toch iets minder over. De meeste plannen uit het regeerakkoord, zoals de verlaging van de inkomstenbelasting en de verhoging van de btw, gaan pas in vanaf 2019 en zijn niet opgenomen in de koopkrachtberekeningen voor dit jaar.

Gezinnen

Het Nibud ziet dat de gemiddeld hoogste koopkrachtstijging voor werkende stellen met kinderen is. Zij hebben niet alleen baat bij de loonstijgingen, maar ook bij de stijging van het kindgebonden budget. Deze gaat voor het tweede kind omhoog met 79 euro per jaar.

Bijstand en pensioen

Voor bijstandsgerechtigden blijft de ontwikkeling van de koopkracht achter omdat de uitkeringen minder hard stijgen dan de lonen. Een alleenstaande ouder in de bijstand met twee kinderen gaat er met 3 euro per maand extra het meest op vooruit. Dat komt door het hogere kindgebonden budget voor het tweede kind. Alleenstaande ouders in de bijstand met één kind profiteren hier niet van en voor hen daalt de koopkracht met zo’n 3 euro per maand. Voor gepensioneerden met een aanvullend pensioen geldt dat dit pensioen vrijwel niet stijgt. Veel gepensioneerden kennen hierdoor een koopkrachtdaling van 0,1 tot 1,2 procent. Afhankelijk van de hoogte van het inkomen gaat het hier soms om meer dan 50 euro per maand.

Koopkrachtberekenaar

 

De nieuwste berekeningen van het Nibud zijn verwerkt in de Koopkrachtberekenaar. Hoeveel een huishouden er op voor- of achteruit gaat in 2018 is met deze gratis tool eenvoudig te zien. Het Nibud raadt mensen aan om nu, aan het begin van het nieuwe jaar, hun financiën op een rijtje te zetten, zeker als de koopkracht achterblijft of daalt. Het online Persoonlijk Budgetadvies kan hierbij helpen.

 

Voorbeeldhuishoudens

 

Het Nibud heeft de koopkrachteffecten voor 100 verschillende voorbeeldhuishoudens berekend. Hier staan van negen van deze huishoudens de uitgewerkte berekeningen. Alle bedragen zijn in euro’s, netto per maand.

% verandering koopkracht Bedrag (€ per maand)
Alleenstaande in bijstand 0,0 0
Alleenstaande werkend, € 25.000,- 0,3 5
Alleenstaande werkend, € 30.000,- 0,2 4
Alleenstaande ouder met 1 kind tussen 0 en 12 jaar alleenverdiener, bruto jaarinkomen € 25.000,- 0,0 1
Paar, 2 kinderen tussen de 0 en 12 jaar alleenverdiener, bruto jaarinkomen € 30.000,- -0,1 -2
Paar, 2 kinderen tussen de 0 en 12 jaar tweeverdieners, bruto jaarinkomens € 45.000,- en € 25.000,- 0,3 13
Alleenstaande met vervroegd pensioen prepensioen € 30.000,- -1,7 -27
Paar AOW-gerechtigd 2 x AOW zonder aanvullend pensioen 0,1 1
Paar AOW-gerechtigd met aanvullend pensioen 2 x AOW met € 15.000,- en € 5.000,- aanvullend pensioen -0,3 -8

100 voorbeeldhuishoudens

 

Hieronder vindt u de achtergronden bij deze voorbeeldberekeningen en koopkrachtberekeningen voor 100 voorbeeldhuishoudens.

De term koopkrachtontwikkeling staat voor de hoeveelheid goederen en diensten die met het netto-inkomen kunnen worden gekocht in vergelijking met vorig jaar.

Achtergronden bij de berekeningen

 

De voorbeeldberekeningen zijn omgerekend naar gemiddelde maandbedragen. Het percentage is ten opzichte van het besteedbaar inkomen in 2017 van het voorbeeldhuishouden. Fiscale voordelen, vakantiegeld, kinderbijslag en dergelijke, zijn al bij het netto maandbedrag geteld. Bij de bedragen is het Nibud uitgegaan van een inflatie van 1,6 procent en een brutoloonstijging van 2,2 procent.

 

Alle fiscale regelingen van 2018 zijn gebruikt. We zijn ervan uitgegaan dat alle toeslagen en inkomensondersteuning worden aangevraagd. Het Nibud heeft geen rekening gehouden met wijzigingen in de bijzondere bijstand of persoonlijke gezondheidssituatie van mensen. De hier genoemde huishoudens zijn slechts voorbeelden, waarbij de situatie simpel is gehouden. Ook hebben we geen rekening gehouden met specifieke aftrekposten of bijtellingen.

 

In de voorbeelden zijn alleen standaard ziektekosten meegenomen. In werkelijkheid gebeurt er natuurlijk veel meer in een huishouden. Zo zijn gebeurtenissen als een promotie, veranderen van baan, (gedeeltelijk) stoppen met werken, werkloos worden, gezinsuitbreiding etc., veel meer van invloed op het besteedbare inkomen van huishoudens. Als gevolg hiervan zullen huishoudens zich nooit helemaal herkennen in de hier gegeven voorbeelden.

Bron: Nibud