De brutowinst voor belasting van niet-financiële bedrijven kwam in het eerste kwartaal van 2019 uit op 61,4 miljard euro. Dat is 1,4 miljard euro meer dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

De brutowinst voor belastingen is gelijk aan de operationele winst plus het inkomen uit vermogen, zoals renteopbrengsten en dividenden, minus de betaalde rente en enkele betalingen aan de overheid, onder meer in verband met de aardgaswinning en erfpacht. De toename van de winst in het eerste kwartaal van 2019 is geheel toe te schrijven aan de operationele winst. De winst van buitenlandse dochters was 0,4 miljard euro lager dan een jaar eerder.

De operationele winst van de niet-financiële bedrijven was 1,5 miljard euro hoger dan een jaar eerder, ondanks een toename van de loonkosten. Die loonkostenstijging kwam overigens deels door de groei van de werkgelegenheid. Vooral de winst van uitzend- en arbeidsbemiddelingsbureaus, autolease- en verhuurbedrijven en bedrijven in de bouwnijverheid nam toe.

Betaalde belastingen stijgen meer dan de winst

Over de winst betalen bedrijven belastingen, zoals de vennootschapsbelasting. In het eerste kwartaal van 2019 betaalden de niet-financiële bedrijven 2,2 miljard euro meer belasting over hun winst dan in het eerste kwartaal van 2018. Dat de stijging van de betaalde belastingen groter is dan die van de winst, komt doordat bedrijven minder verliezen uit het verleden konden verrekenen met de huidige winsten.

De winst na betaling van de belastingen kunnen de bedrijven aanwenden voor investeringen en besparingen, of dividenduitkeringen aan aandeelhouders. De investeringen in vaste activa waren 1,5 miljard euro hoger dan een jaar eerder. De niet-financiële bedrijven hebben 3,1 miljard euro meer dividend uitgekeerd.

Deze cijfers zijn voor de eerste keer tot stand gekomen op basis van een nieuwe gecombineerde vragenlijst: CBS-DNB Financiën van ondernemingen en betalingsbalans.

Deze nieuwe vragenlijst is een belangrijke bron voor de nationale rekeningen. Sinds 2017 werken het CBS en DNB nauwer samen aan eenduidige cijfers voor de statistieken over de Nederlandse economie en de betalingsbalans. Vanaf het verslagjaar 2019 wordt aan de 354 grootste ondernemingen per kwartaal één gecombineerde vragenlijst uitgevraagd, in plaats van de Directe RApportages betalingsbalans (DRA) en de statistieken financiën van ondernemingen (KSFO / SFGO).

Bron: CBS