De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft op 1 juni een onderzoeksrapport over de toekomstige organisatie van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit rapport van het externe onafhankelijke bureau Andersson Elffers Felix (AEF) brengt in kaart hoeveel mankracht en middelen de AP nodig heeft om in de toekomst effectief toezicht te kunnen houden op de bescherming van persoonsgegevens. Aanleiding voor deze analyse is nieuwe Europese privacywetgeving per 25 mei 2018.

Nieuwe Europese privacywetgeving

Vanaf  25 mei 2018 zijn de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Richtlijn voor gegevensverwerking van politiële en justitiële doeleinden van toepassing. Deze nieuwe Europese privacywetgeving brengt ingrijpende veranderingen voor de bescherming van persoonsgegevens met zich mee, ook voor het toezicht en de toezichthouder. Deze laatste krijgt er diverse nieuwe taken en bevoegdheden bij, onder meer op het gebied van Europese samenwerking en bij de behandeling van klachten van burgers

AEF-rapport

AEF beschrijft in zijn rapport drie scenario’s (laag-midden-hoog) voor verwachte werkstromen. Per scenario heeft AEF het benodigde aantal fte’s en financiële middelen berekend waarmee de AP op een efficiënte en effectieve wijze invulling kan geven aan haar (nieuwe) taken en bevoegdheden. Het berekende aantal fte’s varieert van minimaal 185 tot maximaal 270 fte’s. Dit betekent een groei van bijna 2,5 tot 3,5 keer ten opzichte van de huidige formatie.

Bron: Autoriteit Persoonsgegevens