Met deze paper plaatsen we het nieuwste pakket Basel-hervormingen in een historisch perspectief en geven we duiding aan de doelstellingen van toezichthouders en politici om zo in te kunnen spelen op toekomstige ontwikkelingen.

In de afgelopen maanden heeft het toezicht op de bankensector volop in de publieke belangstelling gestaan. De Amerikaanse verkiezingen hebben een publiek debat aangewakkerd over een fundamentele hervorming van de Dodd-Frank Act, een van de belangrijkste wetten die naar aanleiding van de financiële crisis zijn ingevoerd om de bankensector beter te reguleren. In Europa richt het publieke debat zich op de huidige lage winstmarges van banken en het hoge aandeel van verlieslatende kredieten in diverse landen en de risico’s daarvan voor de stabiliteit van het financiële systeem. Tegen de achtergrond van deze ontwikkelingen wil het Basel Committee de hervormingen van kapitaaleisen voltooien. De recente bijeenkomst van het Basel Committee in Zweden heeft niet tot een definitief resultaat geleid.

 

De KPMG member firms constateren dat de toezichthouders ook na de bijeenkomst van het Basel Committee in Zweden openlijk worstelen met de voltooiing van de door de crisis ingegeven hervormingen, die wij al sinds 2013 “Basel 4” noemen. De hervormingen hebben tot doel fouten aan te pakken in de manier waarop banken hun risico’s moeten meten en hoeveel kapitaal ze moeten aanhouden om onverwachte verliezen te kunnen dragen. Met name het meten van kredietrisico is een controversieel onderwerp in het actuele publieke debat, omdat onbedoelde neveneffecten wellicht nog niet bekend zijn. Bijvoorbeeld dat bepaalde sectoren of klantgroepen harder geraakt worden dan andere.

 

De voltooiing van de door de crisis ingegeven hervormingen van de regelgeving rond kapitaaleisen zou een belangrijke mijlpaal zijn in het proces dat door beleidsmakers en toezichthouders is ingezet om de veerkracht van de bankensector te versterken (en de zwakheden aan te pakken die de financiële crisis van 2008 heeft blootgelegd).

 

Met de invoering van het Single Supervisory Mechanism (SSM) in 2014 is de Europese Centrale Bank verantwoordelijk voor het monitoren van de financiële stabiliteit en centrale beheersing van ruim 6000 kredietinstellingen in de eurozone. Het SSM vereist dat banken nieuwe prudentiële regels naleven. Regels die verdergaan dan die van de eigen nationale toezichthouders, waaronder nieuwe gezamenlijke benaderingen voor prudentieel toezicht, en die inspelen op nieuwe regelgeving en prudentiële regels. Heeft u helder wat de consequenties hiervan zijn?

Bron: KPMG