Wat het Nieuwe Tijdperk van Xi Jinping betekent, is inmiddels wel duidelijk: iedereen is welkom maar wél op Chinese voorwaarden. Xi’s China stelt zich dominanter op. Wat dat betekent voor onze handel… 9 belangrijke vragen – en antwoorden! – over de macht China.

Napoleon had een vooruitziende blik toen hij China een ‘slapende reus’ noemde. Tweehonderd jaar later is die reus niet alleen ontwaakt, maar lijkt hij de wereld in zijn greep te hebben. Om zaken te mogen doen met de kolos moeten andere landen diep door het stof. Protest lijkt zinloos. Of kunnen we nog iets doen?

#1
Dat klinkt wel erg alarmistisch. We verdienen toch ook aan China?

Zeker. Laten we vooropstellen dat de wereldeconomie zonder de onstuimige ontwikkeling van het land veel minder zou zijn gegroeid. Volgens ABN AMRO is niet minder dan een kwart van de groei van de wereldeconomie van de afgelopen jaren te danken aan China. Neem alleen al de Duitse industrie, waarvan ook Nederlandse bedrijven toeleveranciers zijn. Of de Europese vliegtuigbouwer Airbus die profiteert van de onstuimige groei van de Chinese luchtvaartsector. Het Nederlandse bedrijfsleven heeft de afgelopen decennia, en vooral sinds 2000, de deur platgelopen in China. Dat is niet voor niets. Vergeet de Chinese toeristen niet die deze kant op komen en het in de winkels breed laten hangen. En China houdt ons ook scherp. Concurrentie is de motor van economische en technologische vooruitgang. Dus ja, we mogen blij zijn met het Chinese economische wonder. Zonder dat had de wereldeconomie er anders uitgezien.

Even serieus: wie is Xi Jinping?

#2
Maar dat is toch niet het hele verhaal?

Nee. De keerzijde is dat Europese bedrijven een hoge prijs betalen om hun goederen en diensten in China te mogen verkopen. Vrije toegang tot de markt is er niet. Het grootste probleem is al jaren dat China geen enkel respect heeft voor intellectuele eigendom. Dat gaat zo: een bedrijf dat iets wil verkopen in China wordt gekoppeld aan een Chinees bedrijf, zodat een joint venture ontstaat. In dat nieuwe vehikel moet het buitenlandse bedrijf openheid van zaken geven over hoe het dat mooie product precies maakt. Zakenpartners vertrouwen elkaar, nietwaar? Daarmee verdwijnt een in eeuwen met bloed, zweet en tranen opgebouwde voorsprong als sneeuw voor de zon. Geen trek in de voorwaarden? Graag of niet. China speelt het spel keihard en kent geen schaamte of terughoudendheid in het nastreven van zijn eigen belang. Het zijn ook meesters in strategie, in verdeel- en heerspolitiek. Zo deed China onlangs concessies aan BASF en BMW, die als eerste zonder een Chinese partner fabrieken mochten bouwen. Een teken dat China op weg is naar een handelspolitiek volgens normale standaarden, maar volgens China-kenners ook een slimme zet om de Duitse industrie uit elkaar te spelen.

#3
Zijn er ook Nederlandse voorbeelden van bedrijven die hun geheimen moesten prijsgeven?

Een bekende Nederlandse voedingsproducent klaagde dat ze het volledige productieproces van een product moesten geven, anders kwamen ze de Chinese markt niet op. Een Nederlandse producent van consumentengoederen overkwam hetzelfde. Binnen de kortste keren waren er vier Chinese bedrijven die hun gepatenteerde product namaakten. En de schade van namaak blijft niet tot de Chinese markt beperkt. De goedkope kopieën van hoogwaardige producten kunnen het origineel soms ook hier uit de markt drukken. Zo via Alibaba besteld en binnen een paar dagen in huis. Het sleutelwoord is level playing field, oftewel eerlijke concurrentie. En dat is er al jaren niet. Dat geeft een wrange bijsmaak aan het overweldigende Chinese succes.

De enorme grip van China op data is eigenlijk best beangstigend. Dit is waarom: 

#4
Is een beetje imiteren niet noodzakelijk voor een land om snel vooruit te komen?

Dat zou je best kunnen zeggen. De vergelijking met Japan ligt voor de hand. ‘De Japanners verzinnen niets zelf, ze maken alleen maar na’, dat was een uitspraak die op ieders lippen lag. Wie zegt dat nu nog? Japan is een hoogontwikkelde, innovatieve economie geworden. Zo zou dat met China ook kunnen gaan. En het lijkt erop dat we in die fase zijn beland. In 2025 wil het land op technologisch gebied volledig autonoom zijn.

#5
Moeten we China dan zien als het nieuwe Japan?

In zekere zin, maar de vergelijking gaat op andere punten geheel mank. Het belangrijkste verschil: de hand van de almachtige staat. Japanse ondernemingen waren uiteindelijk op dezelfde grondslag gebouwd als westerse: op winst gerichte ondernemingen die alleen hun eigen doel dienden. Inmiddels is toch wel doorgedrongen tot het westen dat Chinese bedrijven er wat anders in zitten, om het zo maar te zeggen. Als je zakendoet met een Chinees bedrijf, kijkt de staat dan mee? Wat is het langetermijndoel van het bedrijf? Wat wil staatsbedrijf Cosco Shipping bijvoorbeeld uiteindelijk met de haven van Piraeus? Kan Griekenland zo een halve een marionet van China worden? Welke plannen heeft China met de Nederlandse chipfabrikant NXP? En dan Huawei, dat niet alleen op weg is de grootste fabrikant van mobiele telefoons ter wereld te worden, maar ook leidend is in mobiele netwerken. Huawei maakt ook software voor Daimler en Renault, en kijkt zo permanent mee in de keuken, schreef het Duitse blad Wirtschaftswoche onlangs bezorgd in een artikel. De VS oefent druk uit op de EU om Huawei uit te sluiten bij aanbestedingen voor netwerken. Washington ziet het bedrijf ronduit als een verlengstuk van de staat. En de Europeanen worden wakker: zijn we niet te naïef geweest tegenover China? Spelen ze niet een heel ander spel dan wij?

#6
En vergeet het One Belt, One Road-initiatief niet.

Belt and Road, ook wel ‘de nieuwe Zijderoute’ genoemd, is het grootste infrastructurele project ooit. Havens, spoorwegen, marinebases, elektriciteitscentrales, wegen, verspreid over 65 landen, van Shanghai tot Mombasa en Rotterdam. Allemaal om te zorgen voor sterke, veilige en diverse routes tussen China en de wereldmarkten. Duizenden miljarden gaan erin zitten, volgens rapporten van de Worldbank en zakenbanken als HSBC. Het is president Xi Jingping’s persoonlijke project. China verzekert zich zo van grondstoffentoevoer en productafzet en sluit graag bilaterale deals met landen, die de investeringen goed kunnen gebruiken. Maar het enthousiasme bekoelt bij de partnerlanden. Zo kon Sri Lanka zijn deel van de investeringen niet betalen en moest het in ruil de haven van Hambantota voor 99 jaar aan de Chinezen afstaan. En er zijn meer landen die in de Chinese debt trap zijn gevallen of dreigen terecht te komen. Laos, Pakistan, Montenegro, de Filippijnen, en andere. De angst een soort vazalstaat te worden leeft. En overal waar China komt, neemt het zijn eigen bedrijven en mensen mee. Er is weinig wederkerigheid in de relaties, is het gevoel. Niet alle infrastructuur is even degelijk. Vorig jaar bleek dat het mooie, door China gebouwde en geschonken hoofdkwartier van de Afrikaanse Naties onder de spionageapparatuur zat.

#7
Kortom: China is op weerstand is gestuit.

Ja. In Beijing is men daarom wat onzekerder geworden. Overigens zijn er twijfels of China zich financieel niet vertilt aan Belt and Road. De kosten zijn wel heel hoog. Investeerders hebben nog veel vragen over transparantie en rendementen. Wordt al dat geld in zo’n mega-project wel zinnig besteed, vragen experts zich af, bijvoorbeeld van consultancyfirma McKinsey.

“De macht van beijing is groot, maar het begrijp ook dat het niet iedereen tegen zich in het harnas kan jagen.”

#8
Dan is dit het moment om te handelen.

Inderdaad. En wat je ook verder van hem vindt, dat komt toch vooral door de harde confrontatiepolitiek van Trump. Er liggen nu kansen om via de WTO concessies af te dwingen van China. Daarin kunnen we de steun van de Amerikanen goed gebruiken. Over intellectuele eigendom en markttoegang, maar ook over staatssteun en de state owned enterprises. China wekt de indruk dat er wel afspraken te maken zijn. In oktober had Nederland de eer om de Chinese premier Li Keqiang (spreek uit als ‘Li Ketsjang’) te ontvangen en hij zei ‘als jullie klachten hebben over intellectuele eigendom, laat het aan ons weten via VNO-NCW’. Een duidelijke uitgestoken hand. Misschien is China nu ver genoeg in zijn ontwikkeling om zich dat te kunnen veroorloven. En Beijing begrijpt ook wel dat het weliswaar groot is, maar zich ook niet kan permitteren om de hele wereld tegen zich in het harnas te jagen. De Nederlandse regering werkt nu aan een nieuwe China-visie, die in maart het daglicht moet zien.

#9
Wat moet er nu gebeuren?

Er moet een realistische handelspolitiek worden gevoerd. Geen naïviteit meer. Zakendoen met China, maar wel op gelijkwaardige basis, is het motto. Uiteraard trekt Nederland hierin op met de Europese partners. Dat wordt een hele klus, want Europa is ernstig verdeeld, omdat de belangen zo uiteenlopen. Concreet: Nederland moet betrokken blijven bij Belt and Road. Idealiter wordt Rotterdam het eindstation. Maar wel tegen acceptabele voorwaarden. Staatssteun, markttoegang, intellectuele eigendom, rechtszekerheid en bureaucratie zijn gebieden waarop we vooruitgang willen zien met China. Het momentum is er nu, dat mogen we niet verloren laten gaan.

Andere handelsbarrières met China, volgens ondernemers:

    •  Bureaucratie
    •  Transparantie van Chinese wetgeving
    •  Vinden van competent personeel
    •  Procedures bij vergunningen
    •  Handhaving wet- en regelgeving, rechtszekerheid

Bron: VNO-NCW, Opinieblad Forum