Voor alle woningtypen gold in het eerste kwartaal van 2018 dat de prijzen gemiddeld hoger lagen dan een jaar eerder, maar er minder huizen werden verkocht. Verder kromp voor het eerst in bijna vier jaar het aantal verkopen van koopwoningen in alle vier de grote steden van Nederland in vergelijking met een jaar eerder. De prijsstijging was echter opnieuw groter dan gemiddeld in Nederland. Dit blijkt uit onderzoek naar de prijsontwikkeling van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van het CBS en het Kadaster.

Bestaande koopwoningen waren in het eerste kwartaal van dit jaar 9 procent duurder dan een jaar eerder. Het aantal verkochte woningen kwam uit op ruim 52 duizend, een daling van 6,8 procent ten opzichte van het eerste kwartaal van 2017.

Appartementen: grootste prijsstijging, grootste verkoopdaling

Prijsstijgingen bij een daling van de verkopen van bestaande woningen duidt op krapte op de koopwoningmarkt. Dit is het meest zichtbaar bij appartementen. De prijzen waren gemiddeld 12,5 procent hoger dan in het eerste kwartaal van 2017, maar de verkopen ruim 10 procent lager. Ook voor de overige woningtypen geldt dat de prijzen hoger lagen dan een jaar eerder, maar de verkopen lager.

Het aantal verkopen was voor het eerst na het tweede kwartaal van 2013 voor alle woningtypen lager dan een jaar eerder. De situatie is nu wel anders. Destijds waren de prijzen voor alle woningtypen ook lager dan in hetzelfde kwartaal van een jaar eerder.

Ook krapte in de vier grote steden

Opnieuw noteerden de vier grootste gemeenten in Nederland bovengemiddelde prijsstijgingen van bestaande koopwoningen. De prijsstijging in het eerste kwartaal van 2018 ten opzichte van een jaar eerder was in Rotterdam met bijna 15 procent het grootst en het kleinst in Utrecht met bijna 11 procent.

Het is voor het eerst na het tweede kwartaal van 2013 dat het aantal verkochte woningen in alle vier de grote steden kromp ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. In het tweede kwartaal van 2013 waren de prijzen van koopwoningen in de vier grootste steden overigens ook lager dan een jaar eerder. Dit in tegenstelling tot het eerste kwartaal van 2018.

De NVM publiceerde vorige week ook over de woningmarkt. De cijfers van de NVM en het CBS/Kadaster kunnen verschillen. Dat komt doordat de cijfers van de NVM zijn gebaseerd op de voorlopige contracten van door NVM-makelaars verkochte woningen en het CBS/Kadaster de prijsontwikkeling meten van alle bestaande koopwoningen in Nederland en gebruikmaken van de akten die bij het Kadaster worden geregistreerd.

Bron: CBS