• Hernieuwde toename industriële productieomvang
• Kleinere daling inkoopactiviteiten en aantal nieuwe orders en exportorders
• Eerste verbetering prestatie leveranciers sinds augustus 2019

De Nevi PMI® steeg in januari van 48.6 naar 49.6 en gaf daarmee de kleinste krimp aan in vijf maanden. Voor het eerst in zes maanden nam de productieomvang weer licht toe.
De nieuwe orders lieten de kleinste daling zien in zes maanden en hetzelfde was het geval bij de export orders. De inkoopactiviteiten namen wederom af, zij het in de kleinste mate in vijf maanden. De materiaalvoorraad nam toe en de achterstanden namen af. De daling van de voorraad eindproducten was de kleinste sinds oktober 2022 en de levertijden waren deze maand voor het eerst sinds augustus 2019 korter.
De werkgelegenheid bleef toenemen en het optimisme over de toekomst was het grootst in elf maanden.
De inkoopprijsinflatie was het laagst in 27 maanden en de verkoopprijsinflatie in 23 maanden.

Nederlandse industriële productie nipt gegroeid in januari

“De Nederlandse industrie ziet de toelevering van onderdelen en materialen eindelijk verbeteren. In januari zijn de levertijden voor het eerst sinds 2019 afgenomen. En voor het eerst sinds juli vorig jaar is de Nederlandse industriële productie licht gegroeid ten opzichte van de voorgaande maand, mede dankzij de verbeterde toelevering van materialen”, zegt Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN AMRO over de Nevi PMI deze maand. “Hoewel de energie-intensieve branches als de papierindustrie, de basismetaalindustrie en de chemische industrie nog in een lastig parket zitten, zijn de gevolgen van de energiecrisis wel veel minder pijnlijk dan enkele maanden geleden, vooral dankzij de zachte winter in Europa. Sommige fabrieken die afgelopen zomer de productie hadden stilgelegd kunnen misschien binnenkort weer opstarten. Los daarvan ziet de nabij toekomst er voor het overgrote deel van de Nederlandse industrie een stuk zonniger uit.”

Drie deelindices uitgelicht:

Nieuwe orders

Net als in de afgelopen vijf maanden was er bij de Nederlandse productiebedrijven in januari sprake van een daling van het aantal ontvangen nieuwe orders. De zwakke vraag en terughoudende klanten werden genoemd als belangrijke factoren in deze laatste teruggang. De daling was echter wel de kleinste sinds augustus.
Er was wederom sprake van een tegenovergestelde tendens in de subsector investeringsgoederen, waar een lichte stijging van het aantal nieuwe orders werd genoteerd.

image

Inkoopprijzen

De gemiddelde kostendruk bij de Nederlandse productiebedrijven steeg in januari opnieuw en hiermee komt de huidige periode van hogere kosten op precies tweeënhalf jaar. De panelleden schreven de hogere inflatie vooral toe aan de hogere prijzen voor grondstoffen en energie. De kosteninflatie was echter het laagst sinds oktober 2020 en lag onder het onderzoeksgemiddelde. Tegenover een aanzienlijke daling van de inkoopprijzen in de subsector halffabricaten stonden hogere kosten bij de producenten van consumptiegoederen en investeringsgoederen.

image

Verkoopprijzen

De gegevens voor januari wezen op verdere prijsverhogingen bij de Nederlandse productiebedrijven, al waren deze het kleinst in bijna twee jaar. Er waren aanwijzingen dat de bedrijven hun verkoopprijzen opnieuw hadden verhoogd, als gevolg van hogere inkoopkosten. De subsector consumptiegoederen noteerde de grootste prijsstijgingen en de subsector halffabricaten de kleinste.

image

Bron:  Nevi PMI®