Het Europees Parlement is woensdag akkoord gegaan met een aanpassing van de procedure voor het terugvorderen van relatief kleine bedragen bij schuldenaren uit andere EU-landen.

De aanpassing betreft onder meer een verhoging van het plafond voor gebruik van de simpele procedure van €2000 tot €5000 en maakt gebruik van technologische hulpmiddelen zoals videoconferenties mogelijk als er sprake is van betalingsgeschillen.

De aangepaste verordening is aangenomen met 650 stemmen voor, 26 tegen en 28 onthoudingen.

“Deze nieuwe procedure maakt het vorderen van grensoverschrijdende claims eenvoudiger en dat is goed nieuws voor consumenten en middelgrote- en kleine ondernemingen. Ik verwacht dat het aantal vorderingen dat via deze procedure wordt ingelost aanzienlijk zal stijgen”, aldus Joanna Geringer de Oedenberg (S&D, PL) die de wetgeving door het Parlement heeft geloodst.

De procedure voor kleine claims is sinds 2009 in gebruik en maakt het mogelijk dat burgers of kleine bedrijven standaard formulieren gebruiken om verschuldigd geld uit een andere lidstaat terug te vorderen. Om de toepassing van de procedure te bevorderen, is het maximum bedrag in de procedure verhoogd naar €5000.

Dankzij de introductie van deze versimpelde procedure zijn de kosten voor grensoverschrijdende incasso’s met veertig procent gedaald en is de gemiddelde duur van terugvorderingsprocedures teruggebracht van twee jaar naar vijf maanden.

Herziening na vijf jaar

Vijf jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe procedure zal worden bekeken of het plafond verder verhoogd dient te worden. Ook zal op aandringen van het EP worden bekeken of de reikwijdte van de procedure verbreed moet worden zodat ook grensoverschrijdende werknemer-werkgever geschillen over bijvoorbeeld salarisbetaling er onder kunnen vallen.

Volgende stap

De Raad – waar al informeel overeenstemming mee is bereikt – moet de verordening nog officieel goedkeuren. 18 maanden daarna treedt de verordening in werking.

Bron: www.europarl.europa.eu