Met een daling van zowel het aantal werklozen (-6 duizend) als het aantal vacatures (-5 duizend) bleef de arbeidsmarkt in het vierde kwartaal van 2023 net zo gespannen als in het derde kwartaal. Tegenover elke 100 werklozen stonden opnieuw 114 vacatures. Het aantal banen blijft groeien. In het vierde kwartaal kwamen er 45 duizend bij. Het aandeel werkenden binnen de bevolking van 15 tot 75 jaar is verder toegenomen tot 73,2 procent. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

Met een groei van 45 duizend (0,4 procent) komt het totaal aantal banen op 11,6 miljoen (11 598 duizend). Over heel 2023 zijn er gemiddeld 173 duizend banen bij gekomen. In deze cijfers zijn alle banen meegeteld, voltijd en deeltijd. In de afgelopen negen jaar is het aantal banen met bijna 1,8 miljoen toegenomen.

Toename bij zowel werknemers- als zelfstandigenbanen

In het vierde kwartaal steeg het aantal werknemersbanen met 20 duizend, een toename van 0,2 procent. Het totaal kwam daarmee uit op ruim 9 miljoen (9 030 duizend). Het aantal banen van zelfstandigen nam toe met 26 duizend (+1,1 procent) naar ruim 2,5 miljoen (2 567 duizend). Ruim 1 op de 5 banen is een zelfstandigenbaan.

Minder banen bij uitzendbureaus

Bij de uitzendbureaus waren in het vierde kwartaal 4 duizend banen minder dan in het voorgaande kwartaal, een daling van 0,5 procent. In het derde kwartaal van 2023 daalde het aantal banen in de uitzendbranche ook, met 11 duizend.

In de handel, vervoer en horeca kwamen er 11 duizend banen bij, een stijging van 0,4 procent. Andere bedrijfstakken met een grote banengroei waren de bouw (10 duizend), de zorg (8 duizend) en het openbaar bestuur (7 duizend). Naast de uitzendbureaus daalde het aantal banen alleen in de informatie en communicatie (-3 duizend).

Minder gewerkte uren

Werknemers en zelfstandigen werkten in het vierde kwartaal van 2023 in totaal ruim 3,6 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 0,3 procent minder dan een kwartaal eerder.

Opnieuw minder vacatures

Het aantal vacatures blijft dalen, nu al zes kwartalen achtereen. Eind december stonden er 410 duizend vacatures open, 5 duizend minder dan aan het einde van het derde kwartaal.

De meeste vacatures waren ook dit kwartaal te vinden in de handel (76 duizend), de zakelijke dienstverlening (68 duizend) en de zorg (64 duizend). Gezamenlijk zijn deze drie bedrijfstakken goed voor de helft van alle openstaande vacatures.

Aantal vacatures meest teruggelopen in de handel

In de horeca kwamen er 3 duizend vacatures bij en stonden eind december 34 duizend vacatures open.

Net als in het derde kwartaal nam het aantal vacatures het sterkst af in de handel. Met een afname van 3 duizend stonden er aan het einde van het vierde kwartaal nog 76 duizend vacatures open. Ook in de zakelijke dienstverlening waren er minder vacatures. Het waren er 68 duizend, een verschil van ruim 2 duizend met een kwartaal eerder. In het onderwijs (13 duizend) nam het aantal vacatures af met 1 duizend. In de overige bedrijfstakken was de af- of toename kleiner dan duizend vacatures ten opzichte van het voorgaande kwartaal.

Meer nieuwe vacatures

In het vierde kwartaal ontstonden voor het eerst in 2023 meer nieuwe vacatures. Het waren er 359 duizend, 12 duizend meer dan in het derde kwartaal. Er werden 364 duizend vacatures vervuld (inclusief vervallen vacatures), in het derde kwartaal waren dat er nog 359 duizend.

Vacaturegraad neemt verder af

De vacaturegraad, het aantal openstaande vacatures per duizend banen van werknemers, nam in het vierde kwartaal af van 46 naar 43. De bedrijfstak met de hoogste vacaturegraad blijft, net als in het derde kwartaal, de bouw (71). Al langere tijd is de vacaturegraad in het onderwijs het laagst. In het vierde kwartaal ging het om 21 vacatures per duizend banen.

Arbeidsparticipatie verder toegenomen

In het vierde kwartaal van 2023 bestond de werkzame beroepsbevolking uit 9,8 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar. Dit aantal is de afgelopen jaren gestaag toegenomen, terwijl het aantal mensen zonder werk is gedaald. Hierdoor is de nettoarbeidsparticipatie, het aandeel werkenden binnen de bevolking van 15 tot 75 jaar, verder toegenomen tot 73,2 procent. In het tweede kwartaal van 2014 was dit nog 66,0 procent. Daarna is dit aandeel vrijwel voortdurend toegenomen, met uitzondering van een flinke daling in 2020, tijdens het begin van de coronacrisis.

Van de 9,8 miljoen mensen met betaald werk in het vierde kwartaal van 2023 waren er 2,7 miljoen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Dat zijn er 12 duizend minder dan een kwartaal eerder en 43 duizend minder dan in het eerste kwartaal van 2023.

Kort na het uitbreken van de coronapandemie, in het derde kwartaal van 2020, lag het aantal werknemers met een flexcontract op een relatief laag niveau (2,5 miljoen). Sindsdien is dit toegenomen tot 2,8 miljoen in het eerste kwartaal van 2023, waarna dit aantal wat is gaan dalen.

Het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie nam in het afgelopen kwartaal met 40 duizend toe tot 5,5 miljoen. Dit aantal steeg vrijwel voortdurend sinds het vierde kwartaal van 2015. Het aantal zelfstandigen groeide met 23 duizend, en kwam uit op 1,6 miljoen. Dit aantal is de afgelopen jaren vrijwel continu gegroeid en heeft voornamelijk betrekking op zzp’ers.

Werkloosheid licht afgenomen

De werkloosheid nam in het vierde kwartaal van 2023 af. 360 duizend mensen waren werkloos, 6 duizend minder dan een kwartaal eerder. Dat is 3,5 procent van de beroepsbevolking; in het derde kwartaal van 2023 was dit 3,6 procent. Hiermee is de werkloosheid iets lager dan een jaar eerder. Het gaat bij werklozen om mensen die geen betaald werk hebben, maar daar wel recent naar hebben gezocht en op korte termijn beschikbaar zijn.

Alleen bij jongeren daalde de werkloosheid in het vierde kwartaal, van 8,7 naar 8,2 procent. In de andere leeftijdsgroepen ligt de werkloosheid een stuk lager. Bij 25- tot 45-jarigen bleef het percentage 2,9 en bij 45- tot 75-jarigen nam de werkloosheid iets toe tot 2,2 procent.

Meer baanvinders en minder baanverliezers in het vierde kwartaal

De lichte afname van de werkloosheid in het vierde kwartaal van 2023 is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. Het onderstaande schema laat die stromen zien.

Aan de ene kant daalde de werkloosheid doordat meer werklozen werk vonden dan er werkenden werkloos raakten. Hierdoor liep de werkloosheid in het vierde kwartaal terug met (afgerond) 33 duizend. Dit is meer dan een kwartaal eerder. Er waren meer werklozen die een baan vonden en minder werkenden die werkloos werden.

Aan de andere kant kwamen er werklozen bij doordat mensen zonder direct resultaat op zoek gingen naar werk (van niet-beroepsbevolking naar werkloos). Dat waren er meer dan degenen die stopten met zoeken en/of niet beschikbaar waren (van werkloos naar niet-beroepsbevolking). Per saldo was er daardoor in het vierde kwartaal een toestroom van (afgerond) 28 duizend werklozen vanuit de niet-beroepsbevolking; dit is minder dan een kwartaal eerder. Bij elkaar resulteerden de vier stromen in een afname van het aantal werklozen met (afgerond) 6 duizend.

Aandeel langdurig werklozen vrijwel onveranderd

Het aantal langdurig werklozen, degenen die al een jaar of langer op zoek zijn naar werk, bedroeg 61 duizend in het vierde kwartaal van 2023. Dat zijn er duizend meer dan een kwartaal eerder. Het aantal werklozen die korter dan een jaar zonder werk zitten, nam af met 7 duizend en bedroeg 299 duizend. Het percentage van alle werklozen die een jaar of langer op zoek zijn naar werk, ligt met 17 procent iets hoger dan het voorgaande kwartaal. Daarmee eindigt een daling die duurde van het eerste kwartaal van 2022 tot en met het derde kwartaal van 2023. Het percentage langdurig werklozen liep in die tijd terug van 25 naar 16.

Onbenut arbeidspotentieel

Mensen zonder werk die óf niet recent naar werk hebben gezocht óf die niet direct zouden kunnen beginnen, zijn niet opgenomen in de werkloosheidscijfers. Bovendien blijven deeltijdwerkers die meer uren willen werken buiten beschouwing. Het CBS brengt de omvang en samenstelling van deze deelgroepen van het zogenoemde onbenut arbeidspotentieel in kaart.

Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit vier deelgroepen. Het ging in het vierde kwartaal naast 360 duizend werklozen om 185 duizend mensen die direct beschikbaar waren voor werk, maar niet recent hebben gezocht, en om 106 duizend mensen die niet beschikbaar waren, maar wel hebben gezocht. Deze twee laatste groepen worden ook wel semiwerklozen genoemd. De vierde groep bestaat uit 525 duizend onderbenutte deeltijdwerkers. In tegenstelling tot de andere groepen hebben zij wél betaald werk. Zij geven aan in deeltijd te werken, meer uren te willen werken en hier ook direct beschikbaar voor te zijn.

Ten opzichte van het derde kwartaal van 2023 nam het aantal onbenutte deeltijdwerkers toe (+8 duizend). Het aantal personen dat gezocht heeft naar werk, maar daarvoor niet direct beschikbaar was nam af (-1 duizend), evenals het aantal personen dat direct beschikbaar is voor werk maar niet heeft gezocht (-4 duizend) en het aantal werklozen (-6 duizend). In de vier kwartalen van 2023 veranderden de vier groepen vrij weinig in grootte. Dit neemt niet weg dat er voortdurend aanzienlijke aantallen mensen in en uit deze groepen stromen.

Bron: CBS