Cashmanagement staat momenteel hoog in het vaandel. Dit geldt zowel voor het Duitse alsook het Nederlandse bedrijfsleven. In woelige tijden als deze geldt meer dan ooit: wie als leverancier problemen wil voorkomen, moet liquiditeitsproblemen voorkomen. Daarom is het ook in Duitsland geboden, goed in de gaten te houden met wie je zaken doet. Dit geldt niet alleen voor nieuwe, maar ook voor vaste klanten. Want ééns een goede betaler is niet altijd een goede betaler.

Toeleveren op basis van leverancierskrediet kan – als je er maar zeker van bent dat je afnemer ook in barre tijden (op tijd) zal betalen. De door veel Duitse en Nederlandse bedrijven momenteel gehanteerde strategie is simpel: bij klanten zo snel mogelijk openstaande vorderingen innen en zelf zo laat mogelijk betalen.

Als deze overlevingsstrategie consequent door eenieder wordt nageleefd, betaalt straks niemand meer niemand! In Nederland heb je nog de mogelijkheid het spel te doorbreken: door conservatoir beslag en faillissementsrekesten. In Duitsland echter zijn deze middelen niet van toepassing. Wat betreft het incasseren van vorderingen in Duitsland bestaan weliswaar in principe dezelfde uitgangspunten: het buitengerechtelijke incasso en het gerechtelijke incasso. Er bestaat echter een fundamenteel cultuurverschil tussen het Nederlandse en Duitse rechtstelsel.

Terwijl het Nederlandse rechtstelsel uitgaat van crediteurenbescherming, staat in Duitsland de debiteurenbescherming voorop. In tegenstelling tot de Nederlandse praktijk gaat het Duitse stelsel ervan uit, dat de debiteur wel goede redenen zal hebben, om aan een vordering niet te voldoen.

Dit laatste leidt ertoe, dat snelle incassomiddelen zoals de bekende conservatoire (derden) beslagen en het faillissementsrekest in Duitsland (zo goed als) nooit kunnen worden gebruikt. Eerste vereiste is in Duitsland een titel, pas daarna kun je tot executie overgaan. En dat kan duren. Als je dan geen eigendomsvoorbehoud bent overeengekomen en de debiteur inmiddels failliet is, heb je ondanks executoriale titel uiteindelijk een hoop kosten, maar geen baten.

Het is dus zaak duidelijke betalings- en toeleveringsvoorwaarden overeen te komen en voor Duitse klanten de Duitse creditmanagement- en incassostrategie toe te passen.
Dit betekent net als een bank de kredietwaardigheid van de debiteur in spé na te trekken, afnemers financieel te checken en limieten te bewaken. Net als een bankier bij het verstrekken van een krediet onderzoekt een credit manager alle gegevens die hij over een afnemer kan vergaren, om het risico van wanbetaling in te schatten. Met andere woorden: een goed debiteurenbeheer voorkomt lastige incassoprocedures.

Over "Strategieën voor de omgang met Duitse debiteuren" gaat het tijdens een avondbijeenkomst in Kleve op 24 juni a.s.: Nederlandse ondernemers die in Duitsland zaken (willen) doen, kunnen tijdens de "Duitsland-Borrel" bij Anwaltskanzlei Strick in Kleve hun vragen voorleggen aan de aanwezige advocaten, fiscalisten en credit managers. Daarnaast bestaat er gelegenheid met collega ondernemers te netwerken. Aan de deelname zijn geen kosten verbonden.

Bron: www.strick.de