De strikte toepassing van de kapitaalseisen in het kader van Basel 4 zoals het ministerie van Financiën en De Nederlandsche Bank (DNB) deze week hebben voorgesteld, beperkt de ruimte voor economisch herstel. Banken worden hierdoor verplicht om hun buffers verder te versterken terwijl tegelijkertijd van hen wordt verwacht dat zij de komende tijd de doorstart van het bedrijfsleven in Nederland ruimhartig financieren. Deze aanpak staat in schril contrast met de ruimte die de toezichthouders eerder in de coronacrisis hebben geboden om volop krediet te kunnen blijven verlenen aan bedrijven in nood. Bij herhaling hebben het ministerie en DNB er het afgelopen jaar op gewezen dat banken in Nederland goed gekapitaliseerd zijn. Nu het economisch herstel nog pril is en er een periode aankomt van grote investeringen om de crisis te overwinnen, komt deze aankondiging ongelegen. Ook de noodzakelijke financiering van een duurzame en digitale transformatie waar banken de komende tijd graag aan willen bijdragen, wordt hierdoor bemoeilijkt. Een meer proportionele invoering van Basel 4 zou mede vanuit dit oogpunt wenselijk zijn.

Daar komt bij dat de voorgestelde aanpak is gebaseerd op een wereldwijde aanpak en geen rekening houdt met specifieke Europese – laat staan Nederlandse – omstandigheden. De Europese economie maakt minder gebruik van overheidsfaciliteiten om bijvoorbeeld hypotheken door te verkopen (zoals bij de bekende Freddie Mac en Fannie Mae in de Verenigde Staten). Hierdoor zal Basel 4 consumenten en bedrijfsleven in Europa naar verwachting harder raken. Het Ministerie van Financiën en DNB zouden in hun Europese onderhandelingspositie meer oog moeten hebben voor de gevolgen voor de Nederlandse economie. Landen die eveneens een grote economische impact verwachten van Basel 4, zoals Frankrijk, Duitsland, Denemarken en Luxemburg pleiten voor een meer proportionele implementatie. De stijging van de kapitaalsvereisten voor Nederlandse banken (voor de coronacrisis) volgens de EBA van gemiddeld meer dan 20% zal op termijn zeer waarschijnlijk leiden tot hogere financieringskosten voor ondernemers, huishoudens en zelfs semi-overheidsinstellingen. Sommige sectoren worden harder getroffen dan anderen. Boeren die zich financieren met land als onderpand, zullen geconfronteerd worden met aanzienlijk hogere financieringskosten. Ook zullen bijvoorbeeld ziekenhuizen die – zoals de meeste Nederlandse bedrijven – op dit moment geen externe kredietbeoordeling hebben mogelijk hun financieringskosten zien stijgen.

Bron: NVB