In 2022 zijn in Nederland meer valse eurobiljetten uit circulatie gehaald dan vorig jaar. Het afgelopen jaar werden 38.200 valse eurobiljetten aangetroffen. Dat is een toename van 47% ten opzichte van 2021. Deze toename is vooral het gevolg van een beperkt aantal oplichtingszaken met valse biljetten van zeer lage kwaliteit. Wereldwijd zijn in totaal 376.000 valse eurobiljetten aangetroffen, 8% meer dan in 2021.

In Nederland betreft de toename vrijwel geheel valse biljetten van 100 en 200 euro. Het gaat om enkele oplichtingszaken waarbij grote partijen valse biljetten van zeer lage kwaliteit zijn aangetroffen. Los van deze partijen is in Nederland sprake van een dalende trend. Zo neemt het aantal valse biljetten van 50 euro sinds 2015 af, terwijl deze coupure wereldwijd het meest vervalst wordt.

Vervalsingen per eurobiljet in Nederland

De kans op het aantreffen van een vals biljet is erg klein. Er zijn wereldwijd in totaal 29 miljard echte eurobiljetten in omloop. Eurobiljetten zijn met behulp van echtheidskenmerken als watermerk en hologram goed beschermd tegen vervalsingen. In slechts een tot enkele seconden een eurobiljet  goed te controleren. De afgelopen jaren neemt in Nederland het aandeel vervalsingen van zeer lage kwaliteit toe (grafiek 2). Dit zijn vervalsingen die met enige oplettendheid eenvoudig te herkennen zijn omdat ze geen, tot een zeer beperkte, imitatie van de echtheidskenmerken hebben. In 2022 waren twee op de drie (66%) in Nederland aangetroffen valse biljetten van deze zeer lage kwaliteit.

Aangetroffen valse eurobiljetten in Nederland en de mate van imitatie echtheidskenmerken

Veel winkeliers beschikken over detectieapparaten die helpen bij het controleren van de biljetten. Consumenten kunnen gebruik maken van een speciale DNB-app op hun smartphone. Meer informatie over echtheidscontrole is te vinden op valse biljetten van De Nederlandsche Bank. Een goede controle zorgt voor een snelle opsporing van verdachte biljetten. Hierdoor kan voorkomen worden dat criminelen vrijuit met valse biljetten kunnen betalen en de ontvangende partijen blijven zitten met de financiële schade.

Bron: DNB