De huidige wetgeving geeft geen ruimte om accountantsorganisaties juridisch aan te spreken bij ernstige fouten in de controle van een jaarrekening. Dat volgt uit de uitspraak van de hoogste bestuursrechter in een hoger beroep dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) had ingesteld om meer duidelijkheid te krijgen over de interpretatie van de zorgplicht van accountantsorganisaties. De AFM dringt bij het ministerie van Financiën aan om de wetgeving aan te passen.

accountants-kwaliteit-wettelijke-controles

Hoger beroep AFM over interpretatie zorgplicht ongegrond

Kern van de zaak is de interpretatie van de zorgplicht. Dit is een principiële kwestie. De AFM mag een overtreding van de zorgplicht van een accountantsorganisatie niet alleen vaststellen op basis van ernstige tekortkomingen in de wettelijke controle. De AFM moet concreet aantonen waar het kwaliteitsbeleid van de accountantsorganisaties faalt. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) volgt hiermee de lijn van de rechtbank Rotterdam. Hiermee is het hoger beroep van de AFM ongegrond. Dit betekent dat de boetes voor EY en PwC vervallen.

Uitspraak heeft impact op effectiviteit toezicht

De uitspraak heeft impact op de effectiviteit van het toezicht. Het betekent namelijk dat de AFM toezicht op de kwaliteit van de wettelijke controles zal blijven houden, maar geen adequate handhavingsmogelijkheden meer heeft om accountantsorganisaties specifiek juridisch aan te spreken op de kwaliteit van hun wettelijke controles. Juist deze kwaliteit raakt het maatschappelijk belang. De gebruiker van de jaarrekening, zoals investeerders, beleggers en crediteuren, is gebaat bij een goede kwaliteit van de controle.

Aanpassing wetgeving nodig

Het is goed dat er nu duidelijkheid is over de interpretatie van de wet. De AFM is met het ministerie van Financiën in gesprek over de consequenties van de uitspraak van het CBb en hoe deze rechtsopvatting zich verhoudt tot de doelstellingen die de wetgever in 2006 had met de invoering van de zorgplicht. De AFM kan de accountantsorganisaties blijven aanspreken op het stelsel van kwaliteitsbeheersing. Dat accountantsorganisaties nu niet meer rechtstreeks juridisch kunnen worden aangesproken op specifiek de kwaliteit van hun wettelijke controles, is echter een probleem. In onder meer de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk kan dit wel. De inschatting op basis van deze uitspraak is dat het in de praktijk moeilijk zal zijn een direct en bewijsbaar verband te leggen tussen tekortkomingen in de controles en specifieke omissies in het kwaliteitsbeleid die dit hebben veroorzaakt. Om die reden dringt de AFM er bij het ministerie van Financiën op aan de wetgeving aan te passen.

Achtergrond bij de rechtszaak

De AFM heeft op 16 maart 2016 boetes opgelegd aan Deloitte, EY, KPMG en PwC. De AFM meende dat deze accountantsorganisaties op basis van ernstige tekortkomingen in meerdere wettelijke controles niet aan hun zorgplicht hadden voldaan. EY en PwC hebben hiertegen beroep aangetekend en zijn op 20 december 2017 door de bestuursrechter in het gelijk gesteld. Hiertegen is door de AFM op 31 januari 2018 hoger beroep ingesteld bij het CBb.

Maatschappelijk belang van wettelijke controles

Accountantsorganisaties hebben bij wet de bevoegdheid om de wettelijke controle uit te voeren. Een wettelijke controle is een verplichte controle van de financiële verantwoording van een onderneming of instelling door een accountantsorganisatie. Het doel van de wettelijke controle is dat de maatschappij er op kan vertrouwen dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de financiële situatie van een onderneming of instelling.

Bron: AFM