In het uitwerkingsakkoord verhoogde asielinstroom is afgesproken dat het partieel effect op het accres plus de extra participatie- en integratiemiddelen verdeeld zouden worden volgens de formule ‘geld volgt statushouder’. Rijk en VNG hebben afspraken gemaakt over de nadere uitwerking hiervan. Deze afspraken zijn opgenomen in de septembercirculaire gemeentefonds 2016.

 

Instroom statushouders

 

Het uitwerkingsakkoord is afgelopen april gesloten onder de verwachting dat gemeenten in 2016 en 2017 43.000 statushouders per jaar huisvesten. Terwijl wij rekenen met een ‘basisinstroom’ van circa 8.000 statushouders per jaar. De verhoogde instroom van statushouders betreft daarom (43.000 – circa 8.000) x 2 jaar = ongeveer 70.000 extra statushouders over twee jaren.

 

  • De in de meicirculaire gemeentefonds aangekondigde decentralisatie-uitkering van € 381 mln wordt in tweeën opgesplitst. Namelijk een aparte decentralisatie-uitkering Verhoogde asielinstroom – partieel effect en een aparte decentralisatie-uitkering Verhoogde asielinstroom – participatie en integratie.
  • Gemeenten ontvangen uit de 2 decentralisatie-uitkeringen tezamen in 2016 en 2017 € 4.430 per gehuisveste statushouder.
  • Vanwege de eenvoud in de uitwerking komen de decentralisatie-uitkeringen niet alleen tot uitbetaling over de verhoogde instroom van statushouders. Maar ook op het “basisaantal” statushouders dat gemeenten huisvesten. Daardoor valt het bedrag per statushouder lager uit (geen € 5.440 maar € 4.430 per persoon), maar gemeenten krijgen wel voor meer statushouders dat lagere bedrag (niet voor 70.000 maar voor 86.000 statushouders).
  • De budgetten worden achteraf, per gehuisveste statushouder, op basis van realisatiecijfers van Opnieuw Thuis/COA, aan gemeenten toegekend. De uitbetaling geschiedt in het ritme van de gemeentefondscirculaires en in de septembercirculaire vindt toekenning plaats over de eerste 6 maanden van 2016.
  • Toekenning van de budgetten heeft betrekking op het aantal statushouders dat feitelijk gehuisvest wordt door gemeenten over de periode 1 januari 2016 tot en met 31 december 2017. Conform advies van het VNG-bestuur worden eventuele achterstanden in de taakstellingen tot en met 31 december 2015 in mindering gebracht op de realisatie van de taakstelling over de jaren 2016 en 2017. Een eventuele voorsprong tot en met 31 december 2015 wordt juist opgeteld bij de realisatie van de taakstelling over de jaren 2016 en 2017.
  • De decentralisatie-uitkeringen kennen geen bijzondere verantwoordingseisen en zijn vrij besteedbaar.
  • Indien het aantal gehuisveste statushouders over 2016 en 2017 in totaal lager uitkomt dan 86.000, zijn de decentralisatie-uitkeringen niet uitgeput.o    Een restant binnen de decentralisatie-uitkering Verhoogde asielinstroom – partieel effect vloeit terug naar de algemene uitkering.

    o    Een restant binnen de decentralisatie-uitkering Verhoogde asielinstroom – participatie en integratie vloeit terug naar de begroting van het ministerie van SZW.

 

Meer informatie

 

De bedragen per gemeente over de eerste 6 maanden van 2016 zijn te vinden in de

Bron: VNG