De Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) hield op 2 oktober 2018 in samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de 87e editie van Reuring!Café in de Glazen Zaal te Den Haag. De avond stond in het teken van schuldenproblematiek. Ook deze keer werden de bankgasten geïntroduceerd met passende gedichten door de gastvrouw Loes Mulder, secretaris-generaal bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het debat werd geleid door VOM-voorzitter en directeur-generaal Mobiliteit bij het ministerie van IenW Mark Frequin.

In Nederland kampen 1,2 miljoen huishoudens met schulden, dit kost de maatschappij 11 miljard per jaar. De schuldenproblematiek wordt steeds gecompliceerder, het voorkomen van deze schulden wordt ook steeds ingewikkelder. Partijen die schulden innen kunnen zich beter richten op preventie. Dit kunnen zij het beste doen door samen te werken. De schuldenproblematiek is niet een nieuw probleem, maar de aandacht voor de problematiek krijgt pas sinds kort echt de aandacht die het verdient. Dit komt met name door de financiële crisis; de groep van mensen die schulden hebben is groter geworden.

Eigen schuld, dikke bult

Roeland van Geuns, lector Armoede Interventies bij de Hogeschool van Amsterdam, geeft al aan het begin van het debat aan dat schulden in de afgelopen jaren zijn verschoven van consumptieschulden naar schulden die ontstaan zijn vanuit vaste lasten. Dit houdt in dat mensen hun vaste lasten niet kunnen betalen en zij, wanneer zij één tegenvaller ervaren, makkelijk in de schulden glijden. Daan Hoefsmit, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Centraal Administratiekantoor (CAK), legt daarbij de link met de overheid en stelt dat deze een grote rol speelt in de schuldenkwestie. De overheid is één van de grootste inners van schulden. De overheid is echter in een ouderwets beeld blijven hangen en zij moet af van het beeld dat schulden in alle gevallen te wijten zijn aan het gedrag van de betreffende houder van de schulden. Bernard ter Haar, directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie bij het ministerie van SZW, geeft aan dat de overheid meer het gesprek aan moet gaan met mensen in schulden. Dit kan zorgen voor nieuwe inzichten, die leiden naar nieuwe oplossingen. Maarten Schurink, secretaris-generaal bij het ministerie van BZK, voegt daaraan toe dat dit vooral op gemeentelijk niveau moet gebeuren. Gemeenten moeten volgens hem proberen om binnen gezinnen een integrale probleemaanpak te hanteren. Het gaat voor gemeenten nu te vaak over een snelle aanpak om geld te innen. Er zijn grenzen binnen ons overheidssysteem die ervoor zorgen dat mensen die net niet in aanmerking komen voor schuldhulpverlening al snel buiten de boot vallen en daardoor ´vergeten´ worden. Dit kan in de toekomst van deze mensen voor problemen zorgen.

Preventie

Daan Hoefsmit geeft aan dat er meer bereikt kan worden op het vlak van preventie. Er zijn signalen die aantonen dat mensen in de schulden dreigen te geraken. Het eerste wat mensen niet betalen is bijvoorbeeld de verzekering. Tweederde van deze groep nonbetalers is niet bekend bij overheidsinstanties zoals de gemeente. Het CAK mag sinds kort wel de gegevens delen, maar de andere grote vijf organisaties mogen dit nog niet. Dit zorgt voor onzichtbaarheid. Om dit te veranderen is er bestuurlijk lef nodig, zo stelt Hoefsmit. Nu zoeken burgers met schulden namelijk geen hulp, maar zijn ze wel erg blij wanneer zij wel worden geholpen.

Voorspellen van gedrag

Roy Budjhawan, head of Impact Finance bij de ING, geeft aan dat de ING gedrag wil gaan voorspellen aan de hand van voorgaande uitgaven. Zij willen advies geven aan klanten over hoe zij om kunnen gaan met hun uitgaven. Echter stelt hij ook dat klanten zich hier mogelijk niets van aantrekken. Hoefsmit geeft aan dat mensen bepaalde keuzes niet moeten kunnen maken. Hij stelt zo dat een vroegere storting van zorgtoeslag al veel kan bereiken. Mensen hebben de toeslag soms al uitgegeven voor de verzekering betaald moet worden. Hij benadrukt dat de toeslag gelijk naar de verzekeraar zou moeten gaan, dan hoeft men niet de verantwoordelijkheid te dragen.

Samenwerking

Budjhawan zegt dat er steeds vaker samen wordt gewerkt tussen private en publieke organisaties als het op schulden aankomt. Hij benadrukt dat je als overheid op lokaal niveau, sectorbreed, kunt kijken naar de problematiek. Daarna kan er worden opgeschaald. Ter Haar stelt daarbij hardop de vraag waarom er niet wordt gefocust op maatwerk. Organisaties kunnen op die manier beter het gesprek aangaan en zo samen zoeken naar een oplossing. Schurink merkt daarbij echter op dat er niet alleen op de gemeente kan worden vertrouwd in zo’n situatie: ¨Iedereen moet samenwerken om dit te laten werken, zo komen organisaties op andere oplossingen.¨ Volgens Schurink kan 90% van de problemen via het bestaande systeem opgelost worden, maar in de andere 10% moet er anders gehandeld worden. Van Geuns voegt daaraan toe dat er daarvoor een andere instelling moet komen ten opzichte van niet betalende klanten. Hij gaf het voorbeeld van CZ, die vertrouwt haar verzekerden. Mensen die niet betalen zijn mensen die niet kunnen betalen.

Privacy en schulden

Na de pauze werd er ruimte ingeruimd voor vragen uit het publiek. Zo werd er een vraag gesteld over de privacywet en in hoeverre dit het moeilijker maakt om schulden aan te pakken. Hoefsmit geeft aan dat het vooral moeilijker wordt om samen te werken, er mogen namelijk geen gegevens meer gedeeld worden. Ook zegt hij dat je van fraude geen kennis mag nemen. Budjhawan vult hem aan en stelt dat ze bij de ING kunnen zien waar een persoon pint. Hij zegt dat hij bijvoorbeeld kan zien dat iemand elke dag van de week naast het casino pint. Hieruit kan hij concluderen dat iemand veel naar het casino gaat. De ING wil meer met deze informatie doen, maar privacywetgeving verbiedt het.

Na enkele slotvragen sloot Mark Frequin het debat af. Hij adviseerde de aanwezigen vooral verder te praten over dit onderwerp en te blijven eten.

Bron: Vereniging voor OverheidsManagement (VOM)