Ruim zes op de tien 15-plussers geven in 2018 aan vertrouwen in de medemens te hebben, net zoveel als in 2017. Het vertrouwen in de pers, banken, ambtenaren, politie, Tweede Kamer en de Europese Unie is in de afgelopen twee jaar licht gestegen, terwijl het vertrouwen in rechters, leger, grote bedrijven en kerken vrijwel gelijk is gebleven. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS over het vertrouwen in de samenleving.


Rapport – Onderzoek Sociale samenhang en welzijn


In zowel 2017 als in 2018 meldt 62 procent de medemens te vertrouwen. In de periode 2012–2014 was dat 58 procent, en 60 procent in 2015–2016. Ook zegt een duidelijke meerderheid gezaghebbende instituties te vertrouwen. Zo heeft in de periode 2017–2018 driekwart vertrouwen in de politie, krap driekwart in rechters, en 64 procent in het leger. Ook dit vertrouwen is sinds 2012 iets toegenomen. Het vertrouwen in de Tweede Kamer (42 procent) en in de Europese Unie (54 procent) is aanmerkelijk lager, maar is de afgelopen jaren wel gegroeid. Tevens is in 2018 sprake van een toename van het vertrouwen in de pers en in banken.

Vertrouwen groeit met opleidingsniveau

Het vertrouwen neemt toe met het niveau van de opleiding. Dat is sinds 2012 niet veranderd. In 2018 heeft 43 procent van de mensen met alleen basisonderwijs vertrouwen in de medemens. Dat vertrouwen loopt op tot 84 procent bij de groep met een universitaire opleiding. Hoger opgeleiden hebben doorgaans ook meer vertrouwen in (politieke) instituties dan lager opgeleiden. De verschillen zijn echter minder geprononceerd dan bij het onderlinge vertrouwen. Een duidelijke uitzondering is het vertrouwen in banken, dat neemt af van 51 procent bij de laagst opgeleiden tot 36 procent bij de hoogst opgeleiden. Bij het vertrouwen in grote bedrijven en kerken zijn er geen verschillen tussen de opleidingsniveaus.

Minste sociale vertrouwen in de polder

Het vertrouwen verschilt tussen provincies. Zo is het onderlinge vertrouwen het laagst in Flevoland (55 procent) en het hoogst in Utrecht (68 procent). Andere provincies met een betrekkelijk laag vertrouwen in de medemens (minder dan 60 procent) zijn Limburg, Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant. Naast Utrecht heeft minsten 65 procent van de inwoners van Overijssel en Noord-Holland vertrouwen in de medeburger.

Voor een deel worden deze regionale verschillen weerspiegeld in het vertrouwen in de Tweede Kamer. Utrecht, Noord-Holland en Overijssel vormen de top drie, maar ook daar wantrouwt een meerderheid de politiek. Nog minder fiducie in de Tweede Kamer is er in Limburg, Zeeland, Drenthe en Groningen.

Bron: CBS