Gegeven de recente politieke ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk (VK) en de moeizaam verlopende onderhandelingen tussen de Europese Unie (EU) en het VK, schetsen we in deze publicatie een aantal scenario’s voor de toekomstige relatie van het VK met de EU.

Ordelijke brexit (45%)

In het scenario van een ordelijke of zachte brexit bereiken het VK en de EU enigerlei vorm van overeenstemming waarbij het goederenverkeer aanzienlijk en relatief vrij blijft, zij het in mindere mate dan in de huidige situatie, terwijl het dienstenverkeer minder vrij wordt. Er komt een overgangsperiode en het VK blijft deelnemen aan diverse regelingen, onder meer voor de luchtvaart en de handel in financiële derivaten, of maakt hierover nieuwe afspraken.

Dit is sinds de uitkomst van het referendum ons basisscenario, maar de mate van overtuiging is relatief laag. Hoewel het nog steeds het meest waarschijnlijke scenario is, is ons vertrouwen hierin de laatste tijd verder afgenomen. Door een aantal factoren gaat het er nog om spannen hoe het uiteindelijk afloopt. Ten eerste zijn het VK en de EU op twee belangrijke punten (de grens met Ierland en de economische relatie tussen het VK en de EU na brexit) nog mijlenver van elkaar verwijderd. Beide partijen geven tot nu toe geen duimbreed toe. De Britse premier Theresa May houdt vast aan het zogenoemde Chequers-plan (behoud van vrij verkeer van goederen en veel EU-regels, maar geen vrij verkeer van personen). Donald Tusk, voorzitter van de Europese Raad, heeft verklaard dat het plan ‘niet werkt’. De kans is dus aanwezig dat de EU en het VK helemaal geen overeenstemming bereiken. Ten tweede is het risico aanzienlijk, indien er wel een akkoord wordt bereikt, dat hiervoor onvoldoende steun bestaat in het parlement. Het
ziet ernaar uit dat de oppositiepartijen tegen het plan zullen stemmen, waarbij vooral de Labour-partij flink van zich af zal bijten, terwijl mogelijk ook conservatieve parlementsleden tegen het plan zullen stemmen. Sommige conservatieven vinden dat het plan uitgaat van een te nauwe relatie met de EU, terwijl volgens anderen de relatie juist niet nauw genoeg is.

Waarom beschouwen we dit dan toch nog steeds als het – weliswaar met een gering verschil – meest waarschijnlijke scenario? Het VK en de EU komen mogelijk toch tot een compromis naarmate de tijd verstrijkt en een harde brexit zonder akkoord steeds dichterbij komt. Om precies deze reden stemt het parlement mogelijk toch in met een akkoord om een harde brexit te vermijden. Tot slot bestaat de mogelijkheid, indien de huidige regering ten val komt, dat de nieuwe regering (ongeacht of deze van conservatieve of socialistische signatuur is) een sterker mandaat heeft om een akkoord te sluiten.

Wanordelijke brexit (35%)

Bij een wanordelijke of harde brexit vertrekt het VK uit de EU zonder dat een akkoord is gesloten. Dit heeft waarschijnlijk de nodige gevolgen. Om te beginnen komt er dan vermoedelijk geen overgangsperiode en treden de nieuwe verhoudingen al vanaf april volgend jaar in werking. De handelsrelatie van het VK met de EU valt dan onder de regels van de Wereldhandelsorganisatie. Dit houdt in dat het goederenverkeer onderhevig wordt aan in- en uitvoerrechten en dat er geen douaneregeling is, terwijl het VK dan wellicht ook buiten andere regelingen valt (onder meer luchtvaart).

Zoals gezegd is het scenario van een harde brexit waarbij de EU en het VK dus niet tot een akkoord komen, een reële mogelijkheid: hetzij omdat de onderhandelingen mislukken of geen van beide partijen water bij de wijn wil doen, hetzij omdat een akkoord dat volgens de Britse regering in de geest is van de uitkomst van het referendum, dat voorziet in een oplossing voor de Ierse grenskwestie en dat voor het VK diverse economische voordelen op handelsgebied oplevert, simpelweg niet haalbaar is. Als er geen overeenstemming wordt bereikt en de Britse regering vervolgens ten val komt, dan wordt zij mogelijk herkozen juist op basis van de harde brexit.

Het VK blijft in de EU (20%)

In dit scenario blijft het VK deel uitmaken van hetzij de EU hetzij de Europese Economische Ruimte (EER) / douane-unie, omdat de vermoedelijke economische gevolgen vergelijkbaar zijn. Indien de Britse regering er niet in slaagt om een akkoord te sluiten of een eventueel akkoord door het parlement te loodsen, komt er mogelijk een tweede referendum om de impasse te doorbreken. De oppositionele Labour-partij staat inmiddels meer open voor het idee van een tweede referendum, maar lijkt nog steeds er de voorkeur aan te geven om nieuwe verkiezingen uit te schrijven en vervolgens de onderhandelingen met de EU te hervatten. De huidige conservatieve regering heeft deze optie uitgesloten. Volgens recente peilingen zou bij een nieuw referendum een kleine meerderheid ervoor kiezen om in de EU te blijven, maar blijft de uitkomst heel onzeker.

Bron: ABN-AMRO