Als het aan de Christen Unie (CU) ligt, mogen voortaan alleen nog huishoudens met een verantwoord uitgavenpatroon gebruikmaken van gemeentelijke schuldhulpverlening. Degenen die er een ‘potje' van maken zijn voortaan niet meer welkom bij de overheid.

Zij moeten ‘voor straf’ voor schuldhulp naar private schuldeisers die de onverantwoordelijke schuldenaar krediet hebben verstrekt. Deze retoriek past helemaal in deze tijdsgeest; we straffen wie er op los heeft geleefd. Het streven meer verantwoordelijkheid te leggen bij diegenen die de schuldenproblematiek veroorzaken is terecht. De gesuggereerde oplossing is echter geen goed antwoord op het gesignaleerde probleem.

In de afgelopen jaren is de schuldenproblematiek enorm toegenomen. Een op de tien huishoudens heeft een dusdanige schuldenlast dat deze als problematisch kan worden aangemerkt. Steeds meer huishoudens doen daarvoor een beroep op de publieke -lees door gemeenten gefinancierde- schuldhulpverlening. Vooralsnog is er een wettelijk verbod op het aanbieden van private schuldhulpverlening waar de schuldenaar zelf voor betaalt. Alleen bepaalde groepen zoals advocaten, bewindvoerders en deurwaarders zijn hiervan vrijgesteld. Verder wordt er op het ministerie van Economische Zaken al jaren gewerkt aan een AMvB om onder bepaalde voorwaarden door de schuldenaar gefinancierde private schuldhulp mogelijk te maken.

De gemeentelijke budgetten voor schuldhulpverlening staan onder druk. Bezuinigingen van 20 à 30 procent zijn geen uitzondering terwijl het aantal aanvragen vooralsnog niet daalt. Naast de traditionele groep met lage inkomens vragen inmiddels ook steeds meer huishoudens met een bovenmodaal inkomen om hulp. In deze context is het een prima ontwikkeling dat er naast gemeentelijke schuldhulpverlening ook private aanbieders komen. Althans, als de kwaliteit van de uitvoering voldoende is geborgd.

Een problematische schuldsituatie grijpt heel diep in het leven van degenen die er mee te maken hebben. De stress om geld ontwricht hele gezinnen. Elke dag vrees voor een deurwaarder, geen geld voor nieuwe schoenen voor de kinderen. De dagelijkse afweging wie je wel betaalt en wie niet. Schulden zijn niet alleen een privaat probleem van de schuldenaar, maar vormen ook een publiek probleem. Als de stress maar genoeg oploopt ontstaan er nieuwe problemen: schooluitval op een ROC, een verslaving die ontstaat of verergert, werkgevers die mensen die kunnen uitstromen uit de WWB niet willen hebben omdat ze geen zin hebben in gedoe met loonbeslag. Het afgelopen jaar hebben we in het onderzoek ‘Schuldhulpverlening loont!’ laten zien dat schuldhulpverlening niet alleen een publieke kostenpost is maar zeker ook een batenplaats. Tegenover elke euro die we besteden aan schuldhulpverlening staat een besparing op andere terreinen van 2,40 euro.

Om het bovenstaande rendement te incasseren maakt het op zichzelf niet uit wie de schuldhulpverlening aanbiedt. Als de kwaliteit goed is, incasseren we de baten zowel bij private als bij publieke schuldhulp. Het voorstel van de CU behelst dat voortaan alleen nog huishoudens met een verantwoord uitgavenpatroon gebruik mogen maken van publieke schuldhulpverlening. De anderen moeten maar zien of zij gebruik kunnen maken van private schuldhulpverlening. De achterliggende gedachte lijkt te zijn de kosten van de oplossing buiten het publieke domein houden. De financiële variant op ‘de vervuiler betaalt’. Ook ik onderschrijf dat het de moeite waard is om te verkennen hoe we aan dit principe invulling kan worden gegeven op het terrein van de schuldhulp. De vraag is dan wel of je dat moet invullen door bij de toegang een scheiding te maken tussen wie wel en niet door het draaihek mag. Wat is trouwens een “onverantwoord bestedingspatroon”. Onderzoek wijst uit dat veertig procent van de Nederlanders niet beschikt over een voldoende financiële buffer voor onvoorziene uitgaven. Sturen we deze groep direct weg bij de poort of gaan we nog na hoe het komt dat er geen buffer was? Hoe ver gaan we dan terug in de tijd? Tot welk niveau gaan we kijken naar de afwegingen die mensen maakten ten aanzien van hun huishoudfinancien? ‘U deed boodschappen bij de Albert Heijn en niet bij de Lidl? Nee, dat was echt onverantwoord met uw budget. Oh, maar u kocht bij AH alleen de goedkope Euro Shopper-producten? Ach, ja dan paste het eigenlijk toch wel.’ U mag maar binnen!

Zaken doen is risico lopen. Een schuldenaar draagt de verantwoordelijkheid om geen verplichtingen aan te gaan die groter zijn dan hij aankan. Tegelijkertijd mogen we van een autoverkoper verwachten dat hij nagaat aan wie hij een auto op afbetaling levert. Als hij dat doet aan iemand die al een persoonlijke lening heeft en achter loopt met huur en energie, dan is het zijn eigen risico dat de betalingen niet verlopen volgens plan. Als een van beide partijen bewust onverantwoorde risico’s nam, is het terecht dat we die vervuiler laten ‘betalen’. Maar laten we dit dan op een andere manier realiseren dan via de toegang. Er wordt op dit moment gewerkt aan een Landelijk Informatiesysteem Schulden. Door achterstandsgegevens te combineren van onder meer banken, woningcorporaties en energiebedrijven is na te gaan in hoeverre iemand in de schulden zit. Vooralsnog ligt er een groot privacyvraagstuk om dat systeem te realiseren. Toch is dit de weg die we op moeten. De oplossing van het financieringsvraagstuk ligt veel meer in de vroegsignalering dan in de scheiding publiek-privaat. Heeft iemand al een persoonlijke lening? En verstrekt een autoverkoper daarna nog een auto op afbetaling? Verdisconteer het oplossen van de schuldsituatie die eventueel ontstaat dan op enigerlei wijze in de financiering van de schuldhulpverlening. Laat de crediteur een boete betalen en laat de schuldenaar eventueel een afzienbare periode langer afbetalen dan regulier. Het plan van de Christenunie bevordert dat de publieke schuldhulp eerder een debiteur de deur wijst onder verwijzing naar het “eigen schuld, dikke bult”-principe, terwijl de private schuldeiser evenmin reden ziet de debiteur te helpen, omdat hij dan tegelijk erkent onverantwoord te hebben gehandeld. In de wereld van de beleidsmakers noemen we dat een pervers effect. Ik kan me niet voorstellen dat de Christenunie dat beoogt.

Bron: www.creditexpo.nl