Er zijn vele antwoorden op die vraag. Sommigen gaan in de richting van de afmeting van het land: collectieve doelstellingen zijn op zo`n groot grondgebied lastig te organiseren en vol te houden. Daarnaast spelen culturele factoren een rol. Zo is het wantrouwen ten opzichte van een centrale overheid in de Verenigde Staten (V.S) berucht.
Waar bewoners van sommige ander grote en diversie territoriale eenheden, zoals China en Brazilië, afhankelijk zijn van de macht en het handelen van een verre overheid, is de V.S onmiskenbaar het product van de heersende opvattingen in achttiende-eeuws Engeland en Schotland: de macht van een centrale overheid moet aan alle kanten worden ingekapseld.

De aanname in de Amerikaanse Bill of Rights, waarin is vastgelegd dat alle rechten die niet expliciet aan de centrale overheid zijn toegekend automatisch het recht van de afzonderlijke staten zijn, hebben de kolonisten en immigranten zich in de loop der eeuwen als gedragsregel volledig eigen gemaakt. Het wantrouwen ten opzichte van de overheid wordt periodiek door anti belastingbewegingen aangewakkerd. Het versterkt een sentiment van wantrouwen ten opzichte van belastingen tot een patriottisch dogma. In de V.S worden belastingen in het algemeen als verlies van inkomsten zonder compensatie beschouwd. De gedachte dat ze (mede) bijdragen aan het verwezenlijken van openbare voorzieningen die een mens alleen nooit kan betalen, vindt nauwelijks ingang. In Europa ging met de illusie van het 19e eeuwse individualisme ook de gedachte verloren dat een mens helemaal zelfvoorzienend kon bestaan. Ongeacht hoe zelfzuchtig we ons leven leiden, we zijn allemaal afhankelijk van diensten die we met onze medeburgers delen. In de V.S blijft het ideaal van het autonome, ondernemende individu daarentegen rechtovereind staan.

Toch heeft de V.S niet altijd op gespannen voet met de rest van de moderne wereld gestaan. "Het economische laboratorium van de wereld bevindt zich hier en niet in Moskou" aldus de beroemde econoom Keynes na een bezoek aan Washington in 1934: de jonge mannen die er leiding over hebben, doen dat voortreffelijk. Ik verbaas me over hun deskundigheid, intelligentie en wijsheid".  Vergelijkbare complimenteuze bewoordingen zijn op hun plaats voor de opmerkelijke ambities en prestaties van het door Democraten geleid Congres van de jaren zestig van de vorige eeuw, dat voedselbonnen, ziektekostenverzekeringen voor ouderen en laagstbetaalden, burgerrechten, onderwijs voor kansarmen, beurzen voor onderzoek op cultureel en artistiek terrein en een publieke televisiezender mogelijk maakte.

Bovendien is de publieke sector in het Amerikaanse leven in sommige opzichten meer uitgesproken, beter ontwikkeld en meer gerespecteerd dan de Europese tegenhangers. Het beste voorbeeld daarvan zijn de met overheidsgeld gestichte instituten voor wetenschappelijk onderwijs, een terrein waarop de Verenigde Staten een langere en betere reputatie heeft dan de meeste Europese landen. De zogenaamde "land grant colleges" die zijn uitgegroeid tot de University of California, de University of Indiana, de University of Michigan en andere vermaarde opleidingsinstituten kennen buiten de Verenigde Staten hun gelijke niet, en het vaak onderschatte systeem met door de plaatselijke overheden gefinancierde hogescholen is eveneens uniek.

Bron: www.creditexpo.nl