Bijna tweederde van de bedrijven die zijn onderzocht in Ernst & Young's jaarlijkse onderzoek naar de performance van werkkapitaal laten een verslechtering van werkkapitaal zien. In 2009 steeg de duur van de cash-to-cash cyclus (C2C) met 6% in de VS en met 3% in Europa.

Uit 'All tied up', een rapport over de performance van het werkkapitaal van de 2000 grootste ondernemingen met een hoofdkantoor in de VS en Europa, blijkt dat er momenteel in totaal tot US$ 1.100 miljard aan liquide middelen onnodig vastzit in het werkkapitaal van deze bedrijven. Dit is bijna 7% van de omzet in 2009 van deze ondernemingen en 1% meer dan in 2008, wat doet vermoeden dat de kloof tussen de best presterende en slechtst presterende bedrijven groter is geworden.

Robert Smid, Working Capital Management Leader bij Ernst & Young LLP (NL), zegt hierover: 'De afgelopen jaren is er meer nadruk komen te liggen op het beheer van werkkapitaal. Je kunt je afvragen of de strategieën die worden gevolgd, effectief zijn.
De slechtere performance kan ook worden verklaard uit ongelijkmatige groeipatronen tussen de verschillende sectoren. Voor sommige bedrijven is de performance maatstaf beïnvloed door omzet- en prijsfluctuaties op de goederenmarkt. Bovendien was 2009 een jaar van grote volatiliteit op de valutamarkt, wat ook een aanzienlijke impact had op de performance.'

VS versus Europa
In de VS maakte slechts 33% van de ondernemingen in 2009 melding van een verbeterde performance in C2C (vergeleken met 63% in 2008). De meeste van deze bedrijven (51%) slaagden erin het crediteurenbeheer te verbeteren, terwijl een veel kleiner deel aangaf beter te presteren op het gebied van voorraden (36%) en debiteurenbeheer (25%).

In Europa maakt 38% van de bedrijven melding van betere resultaten op C2C (ten opzichte van 50% in 2008). Het deel van de ondernemingen dat melding maakt van verbeterd voorraadbeheer is iets groter (37%) dan het aantal dat beter scoort op debiteuren en crediteuren (elk 32%).  In 2009 is de performance van werkkapitaal in Europa teruggelopen. Alleen Duitsland en de Scandinavische landen rapporteren een verbetering over het afgelopen jaar.

Over het algemeen geven ondernemingen met een hoofdkantoor in de VS betere resultaten te zien dan bedrijven waarvan het hoofdkantoor in Europa gevestigd is. In totaal stond de C2C-cyclus in 2009 voor de VS op 3,5 dag korter dan Europa, ofwel 8% lager dan die van Europa. Steve Payne, Americas Working Capital Management Leader bij Ernst & Young, verklaart: 'De betalingstermijnen zijn in Europa over het algemeen langer dan in de VS, hoewel daarin grote verschillen bestaan, tussen de noordelijke en zuidelijke landen. 
Als je hetzelfde soort bedrijven met elkaar vergelijkt, zijn de resultaten op het gebied van voorraadbeheer in de VS beter. Dankzij het feit dat er geen landsgrenzen zijn en dat overal in de VS dezelfde valuta en taal worden gehanteerd, is de leveranciersketen voor ondernemingen in de VS veel eenvoudiger dan voor de Europese tegenhangers.

Er is in Europa meer tijd gemoeid met transport en de kosten voor logistiek zijn hoger dan in de VS. We kunnen concluderen dat er voor veel ondernemingen veel kansen zijn om extra liquide middelen vrij te maken uit werkkapitaal. Voor de 1.000 Amerikaanse ondernemingen zou in totaal tussen de US$ 280 miljard en US$ 515 miljard aan liquide middelen vrijgemaakt kunnen worden. Bij de 1.000 Europese bedrijven is dat tussen de 215 miljard euro en 400 miljard euro.'

Effectieve strategie voor het beheer van werkkapitaal
'Als er effectieve strategieën en processen worden geïmplementeerd kan dit in de bedrijfsvoering aanzienlijke kostenbesparingen opleveren. Bovendien kan zo het "potentieel aan liquide middelen" dat nu vastzit in werkkapitaal worden vrijgemaakt,' zegt Smid.
'De koplopers van morgen zijn de bedrijven die structureel een "root-cause"-benadering hanteren om de performance van hun werkkapitaal te verbeteren. Dit kan bereikt worden door nog nauwer samen te werken met klanten en leveranciers, nog meer te sturen op efficiency vanuit de supply chain en real-time informatie te delen over vraag en aanbod.'

Bron: APS