Op 1 juli 2017 is de Wet versterking positie curator in werking getreden. Deze wet heeft tot doel de positie van de curator in een faillissement te versterken. In dit bericht informeren wij u over het nieuwe artikel 105b Fw. Dit artikel geldt namelijk ook voor de Wsnp-bewindvoerder.

In artikel 105b Fw is het volgende opgenomen:

  1. Als de curator de administratie opvraagt zijn derden met inbegrip van accountantsorganisaties en een externe accountant verplicht om deze, inclusief de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, af te geven of inzichtelijk te maken.
  2. In afwijking van artikel 60 Fw kunnen derden geen beroep op een retentierecht doen ten aanzien van de administratie van de gefailleerde die zij in de uitoefening van hun beroep of bedrijf, op welke wijze dan ook, onder zich hebben als de curator die administratie op grond van het eerste lid heeft opgevraagd.
  3. Elk beding dat strijdig is met het bepaalde in het eerste of tweede lid is nietig.

Wanneer een persoon failliet gaat, kan de curator de administratie voortaan opeisen bij derden, waaronder IT-leveranciers, accountants en cloud providers. De wet gaat zelfs zo ver met de eis dat ook middelen om de administratie ‘binnen redelijke tijd leesbaar te maken’ moeten worden aangeleverd. De kosten die de derde maakt voor het aanleveren van de (administratie)gegevens kunnen worden doorbelast. Niet meewerken aan de gegevensverstrekking is strafbaar.

Via de schakelbepaling van artikel 327 Fw kan ook de Wsnp-bewindvoerder een beroep doen op artikel 105b Fw. (Met de Wet versterking positie curator wordt namelijk ook een  wijziging in artikel 327 Fw doorgevoerd; artikel 327 Fw verwijst voortaan naar artikel 105b Fw in plaats van 105 Fw.). Hier vindt u de Wet versterking positie curator met daarin alle wijzigingen.

Hier vindt u de Wet versterking positie curator met daarin alle wijzigingen.

Bron: Raad voor Rechtsbijstand