‘Pacta sunt servanda’, afspraken moeten worden nagekomen, is door de eeuwen heen het grondbeginsel geweest voor overeenkomsten. Het huidige Nieuw Burgerlijk Wetboek geeft een verankering van dit beginsel in artikel 6:248 lid 1 NBW: ‘Een overeenkomst heeft niet alleen de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen, maar ook die welke, naar de aard van de overeenkomst, uit de wet, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien’.

Let op ‘niet alleen, maar ook’. Als leveranciers voor de levering van goederen of diensten een betaaltermijn overeenkomen, heeft dat gevolgen voor de verplichtingen van de afnemer. In Frankrijk zijn betaaltermijnen wettelijk geregeld. Franse wijnboeren, die leveren aan grote supermarktconcerns, worden wettelijk beschermd tegen het door die supermarkten oprekken van de betaaltermijnen. Ook in Nederland wordt hieraan gewerkt.

Wetsvoorstel: van 60 naar 30 dagen

Grote bedrijven moeten de rekeningen van hun mkb-leveranciers sneller gaan betalen: niet meer binnen 60, maar binnen 30 dagen. Staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) werkt samen met minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) aan een wetswijziging om de betaaltermijn van een grootbedrijf aan het midden- en kleinbedrijf te halveren. Dit is één van de uitkomsten van de evaluatie van de huidige Wet betaaltermijnen grote bedrijven die de bewindspersonen op 8 juni 2020 naar de Tweede Kamer hebben gestuurd.

Begin 2019 kondigde staatssecretaris Keijzer aan dat deze wetswijziging er zou komen als de gemiddelde betaaltermijn van grote bedrijven aan hun mkb-leveranciers zou oplopen. Hierbij zouden de cijfers tot en met medio 2019 beslissend zijn. Uit de evaluatie blijkt nu dat betalingen steeds minder snel gebeuren: van gemiddeld 41 dagen in Q1 2019 naar tot 41,4 dagen in Q2 2019. De verwachting is dat het nieuwe wetsvoorstel in de herfst van 2020 jaar geconsulteerd zal worden.
Mona Keijzer: ‘Uit de evaluatie blijkt dat rekeningen steeds later betaald worden in plaats van eerder en dat is onwenselijk. Veel zzp’ers en mkb’ers komen in de knel als ze lang op hun geld moeten wachten. Dat kan al problemen opleveren als het goed gaat met de economie, laat staan in de moeilijke economische periode die nu door het coronavirus is ontstaan. Snellere betaling biedt ondernemers meer financiële ademruimte en geeft ze een grotere kans om deze economische crisis door te komen.’

Inzicht en toezicht

Uit de evaluatie bleek ook dat mkb-ondernemers de behoefte hebben aan onafhankelijk toezicht op naleving van de betaaltermijn. Staatssecretaris Keijzer onderzoekt daarom of het mogelijk is dat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) gedurende één jaar klachten en meldingen registreert over het niet naleven van de betaaltermijn. Die cijfers kunnen inzicht geven in het betaalgedrag. Afhankelijk van de resultaten kan worden bepaald of onafhankelijk toezicht nodig is.

Coronavirus onvoorspelbaar

Toen het coronavirus toesloeg, was onduidelijk hoe snel en hoe ver het zich zou verspreiden en hoe lang het zou duren voordat het zou worden overwonnen. Nog steeds is onbekend welk vaccin het virus kan remmen of beëindigen en wanneer dat toereikend en effectief kan worden toegediend.

Dat maakt de duur van de moeilijke economische periode voor veel bedrijven onvoorspelbaar. Overheidssteun aan bedrijven is per definitie niet onbeperkt en het verminderen of wegvallen daarvan zal de betaalcapaciteit van bedrijven en consumenten beïnvloeden. Uitstel van fiscale en andere verplichtingen leidt niet tot afstel daarvan. Kwijtschelding van betaalverplichtingen is niet wettelijk voorgeschreven.

Bij credit managers kan de vraag rijzen of zij de regel ‘pacta sunt servanda’ onverkort moeten handhaven, of dat de eisen van redelijkheid en billijkheid moeten leiden tot het verlenen van uitstel van betaling of het kwijtschelden daarvan.

In verband hiermee is de ontwikkeling van het Wetsvoorstel Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) een interessante parallel. De WHOA beoogt kwijtschelding van een deel van een noodlijdende vordering om het faillissement van een debiteur te voorkomen.

Voorspelde faillissementen

De kredietverzekeraars Atradius, Coface en Euler Hermes bereiden zich voor op een toename van faillissementen tussen de 30 en 40%. In die gevallen is uitstel van betaling of kwijtschelding daarvan niet meer aan de orde. Maar zal een uitstel van betaalverplichtingen of kwijtschelding daarvan een faillissement kunnen voorkomen? Wat zijn de gevolgen voor de crediteur?

Elke credit manager kent de talrijke reacties van nalatige debiteuren. Smoezen of werkelijke omstandigheden worden aangevoerd ter verontschuldiging van het uitblijven van betaling. ‘Ik kan u niet betalen omdat mijn klant mij ook niet betaalt’ is in deze tijd een veel gehoord antwoord op een aanmaning. Een harde reactie daarop kan leiden tot het verlies van klanten en van potentiële omzet. Geduld, empathie en medelijden kosten geld.

De Nederlandse overheid beschouwt het coronavirus vooralsnog niet als een excuus voor wanbetaling. Het virus treft ons wereldwijd en wettelijke maatregelen ter voorkoming van faillissementen zullen moeten voorkomen dat de credit manager het nakijken heeft bij het innen van zijn vordering.

Bron: Magazine De Credit Manager | 2020 nr 3