De Nederlandsche Bank (DNB) gebruikt sinds kort een nieuw macro-economisch model voor haar voorspellingen voor de Nederlandsche economie. In een rencent interview met DNB vertelt modelbouwer Robert-Paul Berben. 'We kunnen onze ramingen nu beter onderbouwen. Maar, helaas, dat garandeert nog niet dat elke voorspelling raak is.'

Elk half jaar publiceert DNB ramingen voor de Nederlandse economie. Het gaat daarbij om de verwachtingen voor de economische groei, productie, inflatie, export, import, overheidsschuld en werkgelegenheid. Deze voorspellingen doet DNB op basis van een macro-econometrisch model. Jaar in jaar uit was dat het zogenoemde Morkmon-model. Dat was aan verbetering toe. Drie jaar lang is gewerkt aan een nieuw model, genaamd Delfi. Dat staat voor Dutch economic linkages, a forecasting instrument.

Waarom een nieuw model?

'Sinds de jaren zeventig was het macro-economische model Morkmon in gebruik.
Dat was voor het laatst verbeterd midden jaren negentig. Dus het werd hoog tijd voor een nieuw model. Deels vanwege de recente ontwikkelingen in de dataverzamelingen en datadefinities: daardoor sloten gegevens namelijk niet meer goed aan bij het model. Tegelijk waren enkele recente ontwikkelingen in de Nederlandse economie afwezig in het oude model.'

Met welke recente economische ontwikkelingen kun je nu wel rekening houden?

'Allereerst de enorme groei van de wederuitvoer: de uitvoer van producten uit andere landen via Nederland naar een derde land. Denk aan kleding uit China, die via Rotterdam direct doorgaat naar Frankrijk bijvoorbeeld. Wederuitvoer vormt tegenwoordig inmiddels de helft van onze totale uitvoer. Dat is een belangrijke structurele ontwikkeling. Met het oude model konden we alleen de totale Nederlandse uitvoer meten: met Delfi kunnen we onderscheid maken tussen beide soorten uitvoer.'

Andere nieuwe elementen in het model Delfi?

'Iets anders is de vergrijzing, en het effect daarvan op het groeipotentieel van Nederland op de langere termijn, zeg over tien jaar. Naar dat soort informatie komt steeds meer vraag: vanuit beleidsmakers van centrale banken, de politiek en bedrijfsleven. Ook de pensioensector is gemodelleerd om in kaart te brengen wat de gevolgen zijn van de ontwikkeling van de rente voor de indexatie van pensioenen. Daarmee krijg je weer een beter beeld van de ontwikkeling van het inkomen van gepensioneerden. Nieuw is ook dat we bij de productie niet alleen kijken naar kapitaal en arbeid, maar ook naar energie.
Zo kunnen we meten wat de gevolgen zijn van een hogere olieprijs voor de productie en via dat kanaal op de prijsontwikkeling.'

Heeft de kredietcrisis effect gehad?

'Jazeker. Toevalligerwijs begonnen we in 2007, dus precies toen de crisis begon, met het bouwen van een nieuw model. Mede door deze crisis hebben we enkele elementen in het model ingebouwd die we anders vast niet hadden opgenomen. Een voorbeeld. Er is een optie ingebouwd om het effect van kredietrantsoenering te meten. Zo kunnen we berekenen wat de gevolgen zijn als banken minder hypotheken of bedrijfskredieten verschaffen.
Denk aan de gevolgen voor de werkgelegenheid, de economische groei. Daarbij zijn we van plan om ook de interactie tussen de financiële sector en de reële economie verder uit te diepen in het model.'

Kijk je ook naar een bankencrisis en de gevolgen daarvan voor de economie?

'Nee. Althans nu nog niet, maar dit staat wel op het verlanglijstje voor toekomstige verbeteringen. Want een bankencrisis kán grote gevolgen hebben voor de werkgelegenheid, de beurzen, en dus voor de economie. Dat hoeft trouwens niet hoor: niet elke bankencrisis heeft een even groot effect.'

Je kunt het model zo steeds verder uitbreiden?

'Nee. Je moet niet alles in één model willen vangen. Dan wordt het een onoverzichtelijke brij. Het is wel mogelijk om verschillende versies te maken. Ook hier is nog werk aan de winkel.'

Betere voorspellingen dankzij het nieuwe model?

'Nee, dat kun je zo niet zeggen. Het model sluit beter aan bij de huidige ontwikkelingen en daardoor kun je de ramingen beter onderbouwen. Daarin zit de winst. Maar dat wil nog niet zeggen dat elke raming voortaan raak is. Of onze voorspellingen uitkomen, is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de wereldhandel, een externe factor dus. En hoe goed ons nieuwe model ook is, de toekomstige wereldhandel kunnen wij nu niet beter inschatten dan voorheen. We gebruiken daarvoor de prognoses van DNB en de andere centrale banken van het Eurosysteem. Stel de voorspelling is 4% groei, dan gebruiken we dat cijfer in ons model en vervolgens gaan we berekenen wat dat betekent voor onze export en werkgelegenheid. Als in de praktijk die 4% echter 2% wordt, dan heeft dat een heel grote impact op onze voorspelling.'

Wat is grosso modo het succes van de voorspellingen van DNB?

'Je zit er altijd een beetje naast. Tijdens de crisis zaten we er heel royaal naast.
Zoals iedereen trouwens. De wereldhandel stortte in, en dat had niemand voorzien. Daardoor valt ieder toekomstbeeld, hoe goed onderbouwd dan ook, in duigen.'

Bron: De Nederlandse Bank