Hoewel de huidige impact van de jongste sancties op Rusland wellicht beperkt is, verwacht Atradius dat ze de invloed van het Westen op Moskou op lange termijn zullen vergroten – ten koste van een toenemende volatiliteit op de wereldwijde oliemarkten.

Op 5 december is een door de G7, Australië en de EU opgelegd prijsplafond van USD 60 per vat Russische ruwe olie van kracht geworden.

De sanctie verbiedt reders, financiers en verzekeraars om Russische ruwe olie met een prijs boven de USD 60 te verhandelen. De sanctie is van kracht naast het EU-embargo op de invoer van Russische olie over zee.

Het plafond is bedoeld om Rusland te beperken in zijn mogelijkheden om de oorlog in Oekraïne te financieren. Maar het Westen wil ook voorkomen dat de productie instort en de olieprijzen wereldwijd de pan uit rijzen.

Olie is een voor de hand liggend doelwit voor westerse sancties, omdat de inkomsten uit olie goed zijn voor meer dan 40% van de inkomsten van de Russische overheidsbegroting. Maar het is geen gemakkelijk doelwit.

Eerdere sancties beperkten de Russische olie-export, maar stijgende prijzen betekenden een hoger prijskaartje voor consumenten over de hele wereld. De Russische overheidsinkomsten bleven grotendeels onaangetast. Het prijsplafond is een poging om de Russische oliestroom op gang te houden en het Kremlin een groot dividend te onthouden.

Zal het werken? Tot dusver lijkt het erop dat dit bij de huidige prijzen waarschijnlijk niet het geval zal zijn. Maar het nu ingevoerde beleidskader zou een serieus instrument kunnen zijn om op langere termijn meer druk op Moskou uit te oefenen.

Omleiding van de oliestroom

In 2021 kwam 45% van de Russische uitvoer van ruwe olie in de EU terecht. Door de sancties is de vraag vanuit de EU drastisch afgenomen. Rusland moet zijn eigen productie verlagen of nieuwe markten vinden om zijn olie af te zetten.

“Onze basishypothese is dat Rusland het grootste deel van zijn uitvoer van ruwe olie, die vroeger bestemd was voor de EU en de G7-landen, zal omleiden naar onder meer China, India en Turkije”, zegt Dana Bodnar, econoom bij Atradius.

In theorie kan Rusland olie aan India of China verkopen tegen elke prijs die het met hen kan overeenkomen, zolang alle bijbehorende financiële en transportdiensten worden uitgevoerd door niet-EU/G7-landen.

Maar aangezien het Westen deze diensten domineert, zal Rusland het prijsplafond slechts gedeeltelijk kunnen omzeilen. In westerse handen zijnde of door het Westen verzekerde schepen kunnen alleen legaal Russische ruwe olie vervoeren die onder de drempel van USD 60 wordt verkocht.

De EU en de G7 hopen dat hun opgelegde prijsbeperkingen effect zullen hebben omdat Rusland afhankelijk blijft van de westerse tankervloot. “Hoewel Rusland zijn eigen vloot heeft uitgebreid, is deze bij lange na niet groot genoeg om in zijn aanzienlijke exportbehoeften te voorzien”, aldus Bodnar.

In feite introduceert het Westen logistieke frictie om de Russische olie-inkomsten beperkt te houden. Rusland dreigt op zijn beurt de uitvoer van olie naar alle ondertekenaars van de price-cap-overeenkomst te verbieden, maar of dat verbod er komt, valt nog te bezien.

Kortetermijneffecten reeds ingecalculeerd

Hoewel oliemarkten notoir moeilijk te voorspellen zijn, zullen de kortetermijneffecten van het prijsplafond waarschijnlijk beperkt zijn.

In de maand vóór de laatste sancties bereikte de Russische olie-export 8,1 miljoen vaten per dag, het hoogste niveau sinds april, ondanks de geopolitieke onzekerheid.

Dit komt doordat de Russische ‘Urals blend’ sinds het begin van de oorlog aanzienlijk lager wordt verhandeld dan de Brent crude benchmark, waardoor Russische ruwe olie aantrekkelijker wordt voor de landen die bereid zijn deze te kopen.

De Russische olie-export zal dalen als gevolg van de sancties en de handelswrijvingen, maar de vraag van buiten de EU/G7 naar goedkopere Russische ruwe olie zal de dalende vraag vanuit de EU gedeeltelijk blijven compenseren.

Aangezien Russische ruwe olie doorgaans tegen ongeveer USD 60 wordt verhandeld, zet de jongste sanctie de prijs in feite vast op een prijs die historisch gezien al gold. Met marginale productiekosten van ongeveer USD 40 zal de Russische regering aanzienlijke inkomsten uit de olie-export blijven ontvangen.

“Bij het huidige niveau van het prijsplafond is de directe impact op de Russische olie-industrie vrij beperkt en wij verwachten dan ook een beperkte impact op de wereldmarkten”, aldus Bodnar.

De meest recente prognoses van de OPEC bevestigen dit en tonen weinig gevolgen voor de Russische productie en export in 2023.

Nieuwe druk op Moskou

De echte uitdaging voor Rusland dient zich wellicht na verloop van tijd aan. Atradius schat in dat het verlies van de vraag uit EU- en G7-markten niet volledig zal worden vervangen door de extra vraag uit India, China en elders. Dit zal resulteren in een daling van de Russische productie met 12% in 2023.

Op korte termijn beschikt Rusland over de nodige olierijkdom om dit op te vangen. Bovendien heeft Rusland al laten zien dat het bereid is economische pijn te verdragen om zijn vijanden te ontmoedigen. Zijn dreigement om de olie-export naar tegenstanders te beperken is misschien niet loos.

Maar wat gebeurt er daarna? “Het stopzetten van de export is riskant voor Rusland”, zegt Bodnar. “De prijzen zouden tijdelijk stijgen, maar aangezien de oorlog in Oekraïne waarschijnlijk niet snel zal eindigen, verwachten wij dat de wereldmarkten opnieuw een evenwicht zullen vinden ten koste van het Russische aandeel in de wereldproductie. Het land kan ook zijn invloed in OPEC+ verliezen.”

Daar komt nog bij dat het stilliggen van de olieproductie voor kosten zorgt, en verminderde investeringen leiden tot productieproblemen op lange termijn.

Er is nog een ander risico voor Rusland dat wel eens de meest effectieve sanctie van allemaal zou kunnen blijken te zijn. De internationale gemeenschap heeft nu een precedent geschapen dat kan leiden tot verdere collectieve actie.

“Nu de EU en de G7-landen gezamenlijk optreden, zal het gemakkelijker zijn om dit prijsplafond te verlagen en Rusland in de toekomst meer onder druk te zetten,” zegt Bodnar. “Hoewel dit zeker een moeilijke diplomatieke taak zal zijn, omdat het waarschijnlijk hogere olieprijzen zal betekenen voor de toch al worstelende westerse consument, is het kader aanwezig.”

De vooruitzichten voor de olieprijzen

Het enige duidelijke gevolg van dit alles is een toenemende volatiliteit op de oliemarkten. Hoe gemakkelijk zal het plafond te handhaven zijn? Wat zal de reactie van Rusland zijn? Zal het plafond verder worden verlaagd? “Het prijsplafond zorgt voor grote onzekerheid, zelfs naar oliemarktmaatstaven,” zegt Bodnar.

Momenteel voorspelt Atradius dat de olieprijzen in 2023 licht zullen dalen maar toch op een hoog niveau zullen blijven. Een prijs van ongeveer USD 92 per vat Brent (tegenover USD 101 in 2022) lijkt waarschijnlijk.

Dat zou het resultaat zijn van enige opwaartse druk aan de aanbodzijde, nu OPEC+ de prijzen opdrijft en de Russische productie vertraagt. Daar staat echter een afnemende vraag in de meeste grote economieën tegenover, nu de wereldeconomie afstevent op een recessie.

De markt is al krap, met een beperkt overaanbod na jaren van lage wereldwijde investeringen, en nu ook het vooruitzicht van een hoger dan verwachte groei van de vraag in China naarmate de Covid-beperkingen afnemen.

Dit laat weinig ruimte voor vraag en aanbod om elkaar in evenwicht te houden in geval van een schok, wat kan leiden tot scherpe schommelingen in de wereldolieprijs. Zo’n schok kan komen in de vorm van Russische vergelding of agressievere westerse druk – of zelfs alleen maar de onzekerheid waarmee een dergelijke schok gepaard gaat.

Bron: Atradius