De Nederlandse economie groeit in 2010 naar verwachting met 1¼%. Voor komend jaar wordt een groei van 1¾% voorzien. De toename van het bruto binnenlands product (bbp) komt bijna volledig voor rekening van de uitvoer. De werkloosheid loopt in 2011 op tot gemiddeld 6% van de beroepsbevolking, hetgeen neerkomt op 465.000 personen. De inflatie komt uit op 1½% in 2010 en loopt volgend jaar licht op tot 2%. Bij ongewijzigd beleid loopt het begrotingstekort volgens de prognose terug van 6,3% bbp dit jaar tot 4,7% bbp komend jaar.

Dit zijn de belangrijkste uitkomsten uit de juniraming die vandaag in de CPB Nieuwsbrief 2010/2 naar buiten wordt gebracht. Het Centraal Planbureau (CPB) presenteert hierin prognoses voor de Nederlandse economie in de jaren 2010 en 2011. Andere artikelen in de CPB Nieuwsbrief zijn: ‘Politieke partijen gaan de uitdaging aan', ‘Beleid voor 2040', ‘Waarom banken verslaafd zijn aan risico' en ‘De schuldencrisis in het eurogebied'.

Gematigd economisch herstel bij ongewijzigd beleid
Het Nederlandse bbp neemt dit jaar volgens de raming toe met 1¼%. Voor komend jaar wordt een bbp-groei van 1¾% voorzien. Het economisch beeld is op hoofdlijnen weinig veranderd ten opzichte van het Centraal Economisch Plan 2010 van afgelopen maart, toen voor beide jaren een ¼%-punt hogere groei werd geraamd.

Bij de huidige ramingen is geen rekening gehouden met eventueel nieuw beleid van het komende kabinet. Op basis van de onlangs door het CPB doorgerekende plannen van diverse partijen valt te verwachten dat er de komende jaren aanzienlijk bezuinigd zal worden. Afhankelijk van de mate waarin en de snelheid waarmee dat gebeurt, wordt de economische ontwikkeling op korte en middellange termijn meer of minder geremd.

Onzekerheid blijft groot
De onzekerheid rond de raming is groter dan gebruikelijk, zowel omtrent internationale als binnenlandse omstandigheden. Voor de stabiliteit van de euro is het nodig dat diverse landen met geloofwaardige hervormings- en bezuinigingsmaatregelen komen. Lukt dat, dan heeft dat wel nadelige gevolgen voor de kortetermijnontwikkeling van de relevante wereldhandel en daarmee voor de Nederlandse economie. Lukt dat niet, dan komen Europese banken mogelijk opnieuw in de problemen wanneer beleggers zich terugtrekken uit staatsobligaties van landen die begrotingsproblemen in hun ogen niet voortvarend genoeg aanpakken. Van belang voor de Nederlandse economie is daarnaast hoe snel, hoe sterk en op welke manier de nieuwe regering gaat bezuinigen. Zolang er nog geen nieuw regeerakkoord is, kan hiermee in de ramingen geen rekening worden gehouden.

Goedkope euro gunstig voor exporteurs
De relevante wereldhandel neemt dit jaar naar verwachting toe met 7½% en in 2011 met 5¼%. Daarnaast is de euro de afgelopen maanden aanzienlijk goedkoper geworden.
De goedkopere euro is een steun in de rug voor Europese exporteurs. De binnenslands geproduceerde uitvoer ligt door deze ontwikkelingen dit jaar naar verwachting 6% boven het niveau van vorig jaar. In 2011 bedraagt de toename zo'n 3½%. De wederuitvoer doet het nog beter, met verwachte groeipercentages van respectievelijk 15% en 11½%.

Geringe toename gezinsconsumptie
De consumptieve bestedingen van Nederlandse huishoudens nemen zowel dit als komend jaar naar verwachting toe met ¼%. Het reëel beschikbaar loon- en uitkeringsinkomen neemt in de ramingsjaren naar verwachting af, voornamelijk als gevolg van de dit jaar afnemende werkgelegenheid en de beperkte contractloonstijging, die lager ligt dan de geraamde inflatie. Ook het gezinsvermogen draagt per saldo nauwelijks bij aan de consumptie van huishoudens.

Bedrijfsinvesteringen op laag pitje
De bedrijfsinvesteringen dalen dit jaar verder, met naar verwachting zo'n 12%, vanaf het toch al lage niveau in 2009. Pas komend jaar vindt enig herstel plaats, met een bescheiden toename van 1%. Na de enorme productiedaling in 2009 hebben bedrijven voorlopig weinig behoefte aan uitbreidingsinvesteringen. De bestaande productie- en vervoerscapaciteit wordt momenteel bij lange na niet ten volle benut.

Stijging werkloosheid vlakt af
Naar het zich laat aanzien stijgt het werkloosheidspercentage van gemiddeld 4,9% in 2009 tot 5¾% dit jaar en 6% in 2011. Gezien de ongekende productieterugval vorig jaar en het beperkte herstel dit jaar, valt deze toename mee. De krimp van de werkgelegenheid in de marktsector in 2010 is geringer dan eerder was geraamd. Blijkbaar willen en kunnen bedrijven een deel van hun personeel langer in dienst houden dan in eerdere prognoses werd aangenomen.

Gematigde inflatie en contractloonstijging
De inflatie loopt volgens de raming op tot gemiddeld 1½% dit jaar en 2% volgend jaar.
De euro is de afgelopen maanden minder waard geworden ten opzichte van de dollar, waardoor de invoerprijs van producten die in dollars worden afgerekend, is gestegen. Daarnaast daalden de gas- en elektriciteitsprijzen in de eerste helft van 2009 nog scherp, maar veranderden deze sindsdien relatief weinig. De contractloonstijging in de marktsector komt naar verwachting uit op 1% in 2010 en 1½% in 2011. Vanwege de gevolgen van de kredietcrisis zijn vakbonden terughoudender met het stellen van forse looneisen.

Tekort op begroting in 2010 ruim 6% bbp
Het uitgangspunt in deze juniraming is het huidige, bekende beleid van het (demissionaire) kabinet. Met toekomstige maatregelen om het begrotingstekort terug te dringen, is geen rekening gehouden. Het begrotingstekort komt naar het zich laat aanzien uit op 6,3% bbp in 2010 en 4,7% bbp in 2011. De conjuncturele ontwikkelingen zijn een belangrijke oorzaak van de dieprode cijfers. Dat het geraamde tekort komend jaar terugloopt, komt onder andere doordat het stimuleringspakket afloopt, door enige al eerder vastgelegde tekortreducerende maatregelen en doordat de ontvangsten uit vennootschapsbelasting weer wat toenemen. De tekorten zorgen er met de ingrepen in de financiële sector van de afgelopen jaren voor dat de staatsschuld naar verwachting oploopt tot 68,0% bbp in 2011.

Europa nog niet uit crisis
Na de problemen bij private financiële instellingen dreigt de financiële crisis nu een volgende fase in te gaan, waarbij potentiële wanbetaling door overheden de financiële stabiliteit in gevaar brengt. De grote vraag is in hoeverre de hernieuwde financiële onrust het herstel van productie en werkgelegenheid zal schaden. In de hoogontwikkelde economieën is dat herstel nog maar net op gang gekomen.

Op grond van de ontwikkelingen in het eerste kwartaal zijn de prognoses van de groei van de wereldhandel en de groei van het mondiale bbp iets opwaarts bijgesteld. De Europese in- en uitvoer alsmede het bbp blijven echter sterk achter, wat een neerwaarts effect heeft op de voor Nederland relevante wereldhandel. Voor het eurogebied wordt een bbp-groei geraamd van slechts 1% in 2010 en 1½% in 2011. Achter deze gemiddelden gaan grote internationale verschillen schuil.

Bron: creditexpo.nl