MKB-Nederland en VNO-NCW vinden het onnodig om een nieuw bestuursverbod in te stellen voor malafide bestuurders, zoals minister Opstelten van Justitie wil.

Volgens de ondernemingsorganisaties zijn er al voldoende middelen, zoals een beroepsverbod. Hiervan moet beter gebruik worden gemaakt. Opsteltens voorstel leidt alleen maar tot onnodige stapeling van rechtsmiddelen, waardoor sprake is van overkill.

Het wetsvoorstel van Opstelten introduceert het civielrechtelijk bestuursverbod als nieuw instrument tot bestrijding van fraude en onregelmatigheden in of rondom een faillissement. Malafide bestuurders mogen met zo’n verbod maximaal 5 jaar geen rechtspersoon besturen. Maar in het strafrecht bestaat al een (beroeps)verbod. De ondernemingsorganisaties vinden dat Opstelten niet onderbouwt waarom het bestaande verbod tekort schiet en waarom het Openbaar Ministerie weinig gebruik maakt van zijn bevoegdheid om ontzegging uit een functie te vorderen. Daarnaast is een intensiever vervolgingsbeleid door het OM wenselijk, vinden MKB-Nederland en VNO-NCW.

Rechtszekerheid

Door het opnemen van het bestuursverbod in het civiele recht, zoals Opstelten wil, worden straf- en civielrecht met elkaar vermengd. Straf(proces)rechtelijke waarborgen gelden dan niet voor een zware sanctie als een bestuursverbod. Dat is een grote inbreuk op de rechtszekerheid van ondernemers, vinden MKB-Nederland en VNO-NCW. Zo kan het verzuimen van het verstrekken van informatie aan de curator, waarvoor het strafrecht en het faillissementsrecht al mogelijkheden biedt om op te treden, nog eens extra worden bestraft met een bestuursverbod. Een ondernemer die om welke reden dan ook niet wil meewerken, hoeft echter geen malafide bestuurder te zijn.

Pressiemiddel

Beide organisaties vrezen ook dat het civielrechtelijk bestuursverbod door een curator oneigenlijk gebruikt kan worden als extra (pressie)middel om met de bestuurder van failliete ondernemingen tot een schikking te komen.

Bron: MKB Nederland