Lange betalingstermijnen zijn een groot probleem voor heel veel bedrijven, vooral voor de MKB-bedrijven en de ZZP-ers.

Overheden, maar ook met name grotere bedrijven bedongen en bedingen nog steeds een lange, tot zeer lange termijn waarbinnen ze niet hoeven te betalen. De afgelopen jaren haalde het vaak de pers: V&D (intussen failliet), de Hema en Douwe Egberts en dat is nog maar een heel kleine selectie. De afnemers hebben zo een gratis kredietlijn op kosten van hun leveranciers en dat is slecht voor de economie.

In 2011 heeft de EU de richtlijn 2011/7/EU uitgegeven die EU lidstaten verplichtte hun wet aan te passen zodanig dat betaling binnen 30 dagen de norm is maar dat 60 dagen mag. De richtlijn gaf wel ruimte om onder omstandigheden een langere termijn van 60 dagen overeen te komen als dit niet onbillijk is naar de schuldeiser.

De zuiverende werking gold en geldt in de praktijk vooral voor de overheid omdat raadsleden wethouders aanspraken op het betalingsbedrag van de gemeente.

In de praktijk werkte de richtlijn vaak niet voor de verhouding grootbedrijf/MKB en ZZP). Het grootbedrijf heeft namelijk heel veel inkoopmacht en maakt daar gebruik van door op de prijs te knijpen en de betalingstermijn op de rekken in strijd met de richtlijn…

De richtlijn kent forse sancties (hoge rente en invorderingskosten) maar de onderliggende partij (MKB-er/ZZP-er) durft daar zelden een beroep op te doen als hij zijn klant wil houden.

Al vrij snel na de invoering in de Nederlandse wetgeving van de richtlijn kwamen er klachten vanuit het MKB in de brede zin van het woord (leveranciers van versproducten aan het grootbedrijf, aannemers etc.) dat zij vaak eenzijdig langere betalingstermijnen tot wel 120 dagen opgelegd kregen. Verder passen bedrijven allerlei administratieve bepalingen (goedkeuringssystemen etc.) toe om betaling nog verder op te rekken.

Verder heeft het MKB het probleem dat veel grote bedrijven in hun algemene voorwaarden een verbod opnemen de vordering als zekerheid naar de bank te gebruiken (verpandingsverbod). De MKB-er heeft dan een heel concreet liquiditeitsprobleem en de zeer terughoudende kredietverlening door banken maakte en maakt dit alleen nog maar erger.

De Minister van EZ wilde niets doen en daarom is in 2015 een initiatief wetsvoorstel ingediend om de betalingstermijnen op maximaal 60 te bepalen met een wettelijk verbod een langere termijn overeen te komen.

Voor grote ondernemingen zijn er echter méér consequenties verbonden aan ongeldige betalingsafspraken en structureel te late betalingen. Zo wordt in de Memorie van Toelichting op de bovenvermelde wet opgemerkt dat het slechte betalingsgedrag kan doorwerken in de financiële cijfers van een onderneming. Bij structureel te late betaling moet immers een voorziening op de balans worden geplaatst voor na te vorderen wettelijke handelsrente en wel voor de duur van de verjaringstermijn van 5 jaar.

Dit was nodig omdat de overheid enkel kan ingrijpen bij kartelvorming of in de verhouding producent/consument maar niet ondernemer/ondernemer.

De wet geldt vanaf 1 juli 2017 voor nieuwe contracten, vanaf 1 juli 2018 gaat ze ook gelden voor bestaande contacten.

Zal dit werken? Ik denk ten dele. De eenmalige leverancier heeft een stok om mee te slaan. De vaste leverancier zal vrees ik een nog meer uitgeknepen prijs voor zijn kiezen krijgen maar belangrijk is dat hij in ieder na 60 wordt betaald.

Namen en shamen via jaarstukken zou een mooi iets zijn…

E-legal incasso advocaten heeft weer hét complete overzicht van alle wettelijke betalingstermijnen per 1 juli 2018 voor u op een rij gezet: e-legal.nl/wettelijke-betalingstermijn

Bron: De Bloggende Deurwaarder