Gemeenten hebben na een verzoek tot schuldhulpverlening maximaal vier weken de tijd om tot actie over te gaan. Bij een positief besluit moet dit uiteindelijk leiden tot een individueel plan waarbij niet alleen aandacht is voor het oplossen van het schuldenprobleem, maar ook voor de omstandigheden waaronder die schulden zijn ontstaan. Met deze uitwerking van het wetsvoorstel gemeentelijke schuldhulpverlening heeft de ministerraad op voorstel van staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingestemd.

Het kabinet wil met het wettelijke kader een ‘bodem' leggen in de schuldhulpverlening, die nu in kwaliteit en effectiviteit nog sterk van gemeente tot gemeente verschilt. Het kabinet verwacht dat er van het vaste overleg tussen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders een belangrijke impuls uitgaat om de effectiviteit van de schuldhulp te verbeteren.

De gemeenteraad krijgt de wettelijke taak om toe te zien op de kwaliteit van de schuldhulpverlening. De plannen voor een integrale aanpak van de schuldhulp worden per gemeente voor een periode van maximaal vier jaar opgesteld. Vervolgens moet het college van burgemeester en wethouders jaarlijks verantwoording afleggen in de gemeenteraad over de uitvoering van de schuldhulpverlening in de gemeente.

De wet moet een ook einde maken aan te lange wachttijden. Na een verzoek tot schuldhulp hebben gemeenten maximaal vier weken de tijd om tot actie over te gaan. Een uitzondering daarop vormen de zogeheten bedreigende schulden, die bijvoorbeeld betrekking hebben op de levering van energie, water of de huur van een woning. Hiervoor wordt een maximale wachttijd van drie dagen in de wet opgenomen.

Een belangrijk uitgangspunt van de wet is dat de hulpverlening een integraal karakter heeft waarbij niet alleen aandacht uitgaat naar het oplossen van het schuldenprobleem, maar ook naar de omstandigheden waaronder die schulden zijn ontstaan.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Bron: http://home.szw.nl/index.cfm?menu_item_id=13763&hoofdmenu_item_id=13826&rubriek_item=391842&rubriek_id=391818&link_id=177484