Schuldeisers, ministerie SZW, NVVK en VNG beloven: we laten niemand vallen

Mensen in of op weg naar een schuldregeling worden hard getroffen door de enorme prijsstijgingen voor energie en levensonderhoud. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de NVVK, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en grote schuldeisers ondertekenen vandaag (31 oktober) een verklaring waarin ze uitspreken deze groep niet in de steek te zullen laten.

Met hun handtekening geven de partijen invulling aan een belofte die het kabinet op Prinsjesdag deed in een brief aan de Kamer. “Inwoners met problematische schulden moeten altijd terecht kunnen bij de gemeentelijke schuldhulpverlening. Hulp aan mensen die al in de schuldhulpverlening zitten mag niet worden beëindigd. Daarover bestaat géén discussie”, aldus het kabinet in de brief.

“Het is belangrijk dat inwoners de weg naar schuldhulp vinden. Daarom laten we het niet gebeuren dat hulpvragers uit een regeling vallen of er niet in komen. Daar is niemand bij gebaat, ook de schuldeiser niet. Ik ben blij dat we die belangrijke afspraak maandag vastleggen met gemeenten, de NVVK en schuldeisers”, aldus minister Schouten.

In de huidige situatie eindigt de schuldenregeling wanneer betrokkenen zich niet aan de voorwaarden kunnen houden. Bijvoorbeeld als er nieuwe schulden ontstaan door de gestegen energieprijzen. Ook voor inwoners op weg naar schuldhulp vormen de stijgende kosten een grote zorg. Aan hoge kosten voor energie en voedsel kun je als hulpvrager niets veranderen. Ze veroorzaken wel een gat in de maandelijkse begroting, en dat maakt een schuldregeling moeilijk. Schuldhulpverleners spannen zich in om ook deze groep hulp te bieden.

‘We laten geen hulpvrager vallen’

Voor deze twee groepen spreken de ondertekenaars de intentie uit dat ze alles doen om ervoor te zorgen dat de toegang tot de schuldhulp gegarandeerd blijft en bestaande schuldregelingen door kunnen gaan.

  • Schuldeisers spreken de intentie uit dat ze geen verzoek indienen om een schuldregeling te beëindigen wanneer hulpvragers niet meer aan eerder afgesproken verplichtingen kunnen voldoen.
  • Gemeentelijke schuldhulpverleners spreken de intentie uit om schuldhulpverleningstrajecten niet te beëindigen als de maandbegroting van de hulpvrager niet (of niet meer) sluitend is.

Tijdelijke verbreding Waarborgfonds saneringskredieten

Schuldhulpverleners kunnen voor deze groep de komende maanden een beroep doen op het Waarborgfonds saneringskredieten. Het werkt als volgt:

1) Wie nu al een saneringskrediet heeft en zijn aflossingsverplichtingen niet kan nakomen, kan van de betrokken Kredietbank het aanbod krijgen de afloscapaciteit opnieuw te berekenen om een nieuwe betalingsregeling vast te stellen. Wanneer na 6 maanden wordt vastgesteld dat de betrokkene niet alsnog kan aflossen, vergoedt het verbrede Waarborgfonds de gemiste aflossing van de 6 maanden aan de betrokken Kredietbank. De looptijd van de regeling (36 maanden) wordt hierbij niet verlengd.

2) Wie een schuldbemiddelingsregeling heeft, kan in een situatie komen dat er niet meer gespaard kan worden voor de jaarlijkse aflossing aan schuldeisers. Om te voorkomen dat de schuldbemiddelingsregeling strandt, kan de hulpverlener de schuldbemiddeling omzetten naar een saneringskrediet. Vervolgens gelden de regels voor een saneringskrediet zoals hierboven omschreven. Het omzetten van schuldbemiddelingen in saneringskredieten kon overigens altijd al en zal ook na de looptijd van het verbrede Waarborgfonds mogelijk blijven. In coronatijd was dit ook al praktijk. Het omzetten kost gemeenten wat extra werk maar levert de hulpvrager extra rust op. Omzetten is een tip die NVVK-leden elkaar nu ook al geven in geval daarvoor capaciteit beschikbaar is.

3) Wie begint aan een minnelijke schuldregeling en geen afloscapaciteit heeft, kan volgens de regels geen saneringskrediet krijgen. Het verbrede Waarborgfonds stelt Kredietbanken in staat deze groep toch te helpen op basis van een fictieve minimumafloscapaciteit. De betrokkene hoeft de eerste 6 maanden een symbolisch bedrag van € 1,- af te lossen. Na 6 maanden wordt de afloscapaciteit opnieuw berekend. Wanneer dan wordt vastgesteld dat de betrokkene niet alsnog kan gaan aflossen, vergoedt het Waarborgfonds de aflossing van het saneringskrediet gedurende de voorbije 6 maanden. De totale looptijd van de regeling (36 maanden) niet wordt verlengd.

Deze mogelijkheden zijn voor een periode van maximaal 6 maanden toepasbaar en zijn zoals het er nu naar uitziet beschikbaar vanaf 1 december. Na de genoemde 6 maanden gaat het Waarborgfonds weer terug naar de gebruikelijke werkwijze.

Maatregel ‘koopt tijd’

Met deze voorziening ‘kopen we tijd’: over 6 maanden is de winter voorbij, zijn de energieprijzen hopelijk genormaliseerd en is in ieder geval het effect merkbaar van het energieplafond en het koopkrachtpakket van Prinsjesdag. De kabinetsmaatregelen samen hebben een omvang van naar schatting 30 miljard euro, en zullen ook voor deze groep hulpvragers bijdragen aan verbetering van hun financiële situatie.

Wsnp: rechter beslist

Voor wie een wettelijke schuldregeling heeft of daaraan wil beginnen, geldt dat de rechter de sleutel in handen heeft om de betrokkene in een regeling te houden of te brengen. Hulpverleners kunnen om te beginnen het Vrij te laten bedrag (Vtlb) verhogen met de kosten die gemoeid zijn met (onder andere) energie. In sommige gevallen betekent het dat iemand in een Wsnp-regeling niet (of niet meer) af kan lossen.

Rechters zullen erop aandringen alle mogelijke tegemoetkomingen aan te vragen, maar daar zal het waarschijnlijk bij blijven. De vereniging van Rechter-commissarissen in faillissementen (Recofa) heeft toegezegd ‘met verstand’ om te gaan met deze situatie. Alleen wie verwijtbare nieuwe schulden maakt, krijgt aan het eind van zijn Wsnp-traject geen ‘schone lei’. Schulden door de huidige hoge energietarieven of extreem hoge inflatie zijn in het algemeen gesproken niet verwijtbaar.

Bron: NVVK