De Credit Managers’ Index (CMI) is in januari met 2,4 punten gedaald ten opzichte van december, de maand uitkomst is 53,0. De start van het nieuwe jaar laat bovendien een forse stijging van het aantal wanbetalers zien. Het aantal openstaande facturen dat de vervaldatum is gepasseerd is flink gestegen. Tevens is het begin van het jaar gebruikt om facturen die niet meer zouden worden betaald af te boeken. Daarmee laat 2017 een valse start zien op de voor credit managers belangrijkste cijfers. Maar er is ook goed nieuws het aantal faillissementen is ten opzichte van vorige maand wederom gedaald, in januari waren er 374 faillissementen te betreuren (bron: www.faillissementen.com). Alleen in augustus 2016 waren dat er minder (371), maar sinds 2011 is een dergelijk laag aantal verder niet voorgekomen. Daarnaast zien we een flinke terugval in het aantal nieuwe klanten maar dat is een gebruikelijke dip in deze periode. Het aantal zaken waarvoor een incassobureau of deurwaarder werd in geschakeld is weer gedaald en ook zien we dat het aantal schuldhulpverleningsverzoeken is gedaald. Navraag leert dat de credit manager niet verwacht dat de stijging van het aantal wanbetalers structureel doorzet, deze maand laat dit beeld vaker zien. Vooralsnog heeft men vertrouwen in een herstel van dit cijfer in de komende maand.

De Credit Managers’ Index (CMI), deze maand voor de drieënzeventigste keer uitgegeven in Nederland, wordt samengesteld aan de hand van tien indicatoren die door een representatieve groep credit managers maandelijks wordt ingegeven. De Credit Managers’ Index (CMI) is naast de Inkopers index (PMI) in de Verenigde Staten al sinds 2003 en in Nederland sinds januari 2011 een belangrijk indexcijfer waarmee economische trends kunnen worden waargenomen. In dit geval vanuit credit management optiek waarbij indicatoren als omzet, nieuwe klanten, verstrekte kredietlimiet, geïncasseerd bedrag, kredietafwijzingen, vorderingen naar 3e partijen, klachten, vervallen saldo, afschrijvingen en faillissementen aan de basis staan voor het bepalen van het indexcijfer. De gecombineerde uitkomst geeft aan hoe positief of negatief de Nederlandse credit manager ten aanzien van deze factoren is. Deze maand is ook weer onderzocht hoe de CMI zich sinds 2011 verhoud tot het bruto binnenlands product (BBP). De lijn van beide cijfers is op wat uitschieters na gelijk, het CBS publiceert de cijfers van het BBP één keer achteraf per kwartaal. Doordat de CMI maandelijks uitkomt kan deze zeer goed als graadmeter worden gebruikt voor de komende CBS publicatie.

De gecombineerde Nederlandse CMI voor januari 2017 komt uit op 53,0 (een uitkomst hoger dan 50 indiceert een groeiende economie, lager dan 50 indiceert een krimpende economie), deze keer een daling met 2,4 punten ten opzichte van december. De gunstige factoren zijn gezamenlijk gedaald van 62,9 naar 57,8. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een flinke daling van het aantal nieuwe klanten maar is thans geen reden om aan te nemen dat dit blijvend is. De ongunstige factoren zijn gedaald van 50,4 naar 49,7. En komt daarmee voor het eerst sinds april 2015 onder de 50. De forse uitschieter in negatieve zin van het vervallen saldo en de stijging van het aantal afschrijvingen heeft daar een flinke vinger in de pap. De verwachting is echter dat herstel snel weer zichtbaar is.

Ook meedoen met de CMI? Ga dan naar www.cm-benchmark.nl

Bron: Ultimoo Group BV